RvdW 2016/344
Kinderporno. Bijzondere voorwaarde i.s.m. art. 14c.2.5 (oud) Sr en art. 14c.2.14.
HR 23-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:302
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/00192
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:302, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2693, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2015
- Wetingang
Art. 14c lid 2 onder sub 5 (oud), 14c lid 2 onder sub 14 Sr
Essentie
Kinderporno en bijzondere voorwaarde het gedrag van de veroordeelde betreffende als bedoeld in art. 14c lid 2 onder 5º (oud) Sr (thans art. 14c lid 2 onder 14° Sr). Als zodanig kunnen worden aangemerkt voorwaarden die strekken ter bevordering van een goed levensgedrag van de veroordeelde of die een gedraging betreffen waartoe hij uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht (HR 26 november 1968, NJ 1970/123). De bijzondere voorwaarde dat ‘de verdachte gedurende de proeftijd zal meewerken aan politiële controles van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) zijn opgeslagen’, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.