NJB 2018/1246:Arbitrale herzieningsprocedure. Rechtskracht van een arbitraal vonnis. Een Final Award bevat een veroordeling tot betaling van geldbedragen. Hierop volgt een arbitrale herzieningsprocedure, waarin appelarbiters een Resolution wijzen. In dit geding voor de Nederlandse overheidsrechter wordt verzocht om erkenning van de Final Award en verlof tot tenuitvoerlegging daarvan. Het hof wijst het verzoek af op de grond dat de Resolution de rechtskracht heeft ontnomen aan de Final Award. Hoge Raad: 1. Taak exequaturrechter. Uitleg. Eigen oordeel. Het hof moest wel de Resolution met inachtneming van Tsjechisch arbitragerecht uitleggen (en heeft dat gedaan), maar het mocht als exequaturrechter niet zijn eigen oordeel in de plaats stellen van het oordeel van de appelarbiters (en heeft dat niet gedaan). 2. Taak cassatierechter. Recht van vreemde staten. Klachten die zich niet laten beoordelen zonder daarbij de juistheid van het oordeel van het hof omtrent de inhoud en de uitleg van het Tsjechische recht te betrekken, stuiten af op art. 79 lid 1 aanhef en onder b RO. 3. Exequatur. Weigeringsgrond. Vernietigd arbitraal vonnis. De omstandigheid dat de Resolution de rechtskracht aan de Final Award heeft ontnomen, moet op een lijn worden gesteld met het als weigeringsgrond genoemde geval dat een bevoegde autoriteit de arbitrale uitspraak heeft vernietigd. 4. Openbare orde. Partijdige en afhankelijke rechtspraak. Het oordeel van het hof dat niet is gebleken van feiten en omstandigheden die nopen tot de conclusie dat de Resolution het resultaat is van rechtspraak die als partijdig en afhankelijk moet worden aangemerkt, is niet onjuist of onbegrijpelijk