Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 17-05-1964
- Bronpublicatie:
26-10-1961, Trb. 1986, 182 (uitgifte: 12-12-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-05-1964
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-1961, Trb. 1986, 182 (uitgifte: 12-12-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Hierbij wordt een Intergouvernementele Commissie ingesteld, die de volgende taken heeft:
- (a)
het bestuderen van vraagstukken betreffende de toepassing en werking van dit Verdrag; en
- (b)
het verzamelen van voorstellen en het vergaren van documentatie voor de eventuele herziening van dit Verdrag.
2.
De Commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de Verdragsluitende Staten, gekozen met inachtneming van een billijke geografische verdeling. Het aantal leden is zes als er twaalf Verdragsluitende Staten of minder zijn, negen als er dertien tot achttien Verdragsluitende Staten zijn en twaalf als er meer dan achttien Verdragsluitende Staten zijn.
3.
De Commissie wordt opgericht twaalf maanden nadat het Verdrag in werking is getreden door middel van een verkiezing onder de Verdragsluitende Staten, die elk één stem hebben; deze verkiezing wordt georganiseerd door de Directeur-Generaal van het Internationale Arbeidsbureau, de Directeur-Generaal van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en de Directeur van het Bureau van de Internationale Unie voor de Bescherming van Werken van Letterkunde en Kunst overeenkomstig regels, die voordien door een meerderheid van alle Verdragsluitende Staten goedgekeurd zijn.
4.
De Commissie kiest haar Voorzitter en de andere leden van het dagelijks bestuur. Zij stelt haar eigen huishoudelijk reglement vast. Dit heeft met name betrekking op het toekomstig functioneren van de Commissie en op een methode voor de keuze van haar leden in de toekomst, en wel op zodanige wijze dat een roulering tussen de verschillende Verdragsluitende Staten wordt gewaarborgd.
5.
Het Secretariaat van de Commissie wordt gevormd door functionarissen van het Internationale Arbeidsbureau, van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en van het Bureau van de Internationale Unie voor de Bescherming van Werken van Letterkunde en Kunst, aangewezen door de Directeuren-Generaal onderscheidenlijk de Directeur daarvan.
6.
De vergaderingen van de Commissie, die worden bijeengeroepen wanneer een meerderheid van haar leden zulks noodzakelijk acht, worden achtereenvolgens gehouden ter plaatse van de zetel van het Internationale Arbeidsbureau, van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en van het Bureau van de Internationale Unie voor de Bescherming van Werken van Letterkunde en Kunst.
7.
De kosten van de leden van de Commissie worden gedragen door hun onderscheiden Regeringen.