Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 3.23 Procedure bij bouw of verbouw schip
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2013
- Bronpublicatie:
12-10-2012, Stcrt. 2012, 21281 (uitgifte: 30-10-2012, regelingnummer: IENM/BSK-2012/158694)
- Inwerkingtreding
20-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2013, Stcrt. 2013, 18805 (uitgifte: 19-07-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/95847)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Voor de aanvang van de bouw van een schip of een verbouwing of andere wijziging die van invloed is op de eisen aan de huisvesting en voorzieningen aan boord, wordt aan de minister een plan overgelegd. Dit plan bevat de volgende elementen:
- a.
de plaats en de algemene indeling van de verblijven;
- b.
- c.
eventuele aanvragen voor ontheffingen op grond van de artikelen 3.2, 3.7, eerste en derde tot en met zevende lid, 3.9, tweede en derde lid, 3.11, eerste lid, 3.14, 3.16 en 3.17;
- d.
de eventuele toepassing van de in de artikelen 3.4, 3.5, en 3.6, bedoelde wezenlijk gelijkwaardige bepalingen;
- e.
de eventuele toepassing van de in de artikelen 3.7, tweede lid, 3.9, eerste lid, en 3.11, tweede lid, bedoelde afwijkende voorschriften; en
- f.
eventuele verzoeken tot de toepassing van artikel 3.22, waarbij wordt aangegeven van welke van de in dat artikel genoemde bepalingen afwijking wordt gevraagd; en
- g.
de resultaten van het overleg met de betrokken organisaties van scheepsbeheerders en zeevarenden, voor zover dit overleg is voorgeschreven in de in dit lid genoemdebepalingen.
2.
Met de bouw, verbouwing of andere wijziging als bedoeld in het eerste lid wordt niet gestart totdat het in het eerste lid bedoelde plan is goedgekeurd en eventuele ontheffingen en toestemmingen zijn verleend. De bouw, verbouwing of wijziging wordt uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde plan.