V-N 2021/31.19
Rechter mag ontvankelijkheid bij eerdere instantie niet ambtshalve toetsen
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1153, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Fierstra, Beukers-van Dooren, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/01682
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS277294:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1153, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte, ambtshalve, de ontvankelijkheid van het beroep heeft beoordeeld. De Hoge Raad komt hiermee terug op zijn eerdere jurisprudentie.
Samenvatting
Q, de zus van X, overlijdt. In haar testament heeft Q twee van haar zussen, X en C, tot haar enige erfgenamen benoemd. X maakt bezwaar tegen de aan haar opgelegde aanslag erfbelasting. De inspecteur verklaart het bezwaar van X tegen deze aanslag niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De rechtbank verklaart het bezwaar wel ontvankelijk. Omdat het bezwaarschrift om redenen buiten de macht van X de inspecteur kennelijk niet heeft bereikt, is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.