Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 8.4.87 [Controle-inrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
21-11-2019, Stcrt. 2019, 63953 (uitgifte: 22-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/202498)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stcrt. 2019, 63953 (uitgifte: 22-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/202498)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de detectie van verstoringen als bedoeld in artikel 8.4.84, derde lid plaatsvindt met automatische controle-inrichtingen, moet het mogelijk zijn het juiste functioneren hiervan te controleren.
2.
Het instrument is voorzien van een automatische controle-inrichting die zodanig functioneert dat, voordat een meting kan worden aangewezen of afgedrukt, alle interen justeringen, referentie PN-monster justering en alle andere controle-inrichting parameters zijn gewaarborgd voor de juiste waarde of status (dat is binnen de grenswaarden).