FED 2019/113
Vermogensrendementsheffing in de jaren 2013 en 2104 in strijd met art. 1 Protocol 1 EVRM maar de Hoge Raad kan geen rechtsherstel bieden.
HR 14-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:816, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
17/05606
- Noot
G.Th.K. Meussen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS71416:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:816, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1439, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑12‑2018
- Wetingang
Art. 5.2 lid 1 Wet IB 2001 (tekst 2013 en 2014); art. 25a AWR; art. 1 Protocol 1 EVRM
Essentie
Vermogensrendementsheffing in de jaren 2013 en 2104 in strijd met art. 1 Protocol 1 EVRM maar de Hoge Raad kan geen rechtsherstel bieden.
Samenvatting
Vermogensrendementsheffing in de jaren 2013 en 2104 in strijd met art. 1 EP bij het EVRM maar de Hoge Raad kan geen rechtsherstel bieden. Rechtsherstel is voorbehouden aan de wetgever omdat inherent aan dit herstel is dat er in dit verband politieke keuzes moeten worden gemaakt. Deze keuzes zijn niet voldoende duidelijk uit het stelsel van de wet af te leiden. Dergelijke keuzes zijn voorbehouden aan de wetgever.
De vraag in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.