Einde inhoudsopgave
Grondwet
Artikel 55 [Verkiezing Eerste Kamer]
Geldend
Geldend vanaf 18-08-2022
- Redactionele toelichting
Zie voor de eerste lezing de wet van 14-10-2020, Stb. 429 (Kamerstukken 35418).
- Bronpublicatie:
06-07-2022, Stb. 2022, 316 (uitgifte: 18-08-2022, kamerstukken: 35785)
- Inwerkingtreding
18-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2022, Stb. 2022, 316 (uitgifte: 18-08-2022, kamerstukken: 35785)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
1.
De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van de kiescolleges, bedoeld in het tweede lid en artikel 132a, derde lid. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.
2.
Ten behoeve van Nederlanders die geen ingezetenen zijn en die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, worden verkiezingen gehouden voor een kiescollege voor de Eerste Kamer. De leden van dit kiescollege worden rechtstreeks gekozen door deze Nederlanders. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten. Artikel 129, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.