NJ 2004, 667
Een vader wenst omgang met een kind uit een niet-huwelijkse relatie. Naast zijn biologisch vaderschap acht het Hof voldoende banden aanwezig tussen de vader en zijn kind om deze relatie de bescherming van art. 8 EVRM te bieden.
EHRM 01-06-2004, ECLI:NL:XX:2004:AQ0337, m.nt. J. de Boer (Lebbink/Netherlands)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
1 juni 2004
- Magistraten
J.-P. Costa, A.B. Baka, C. Bîrsan, K. Jungwiert, V. Butkevych, W. Thomassen, A. Mularoni
- Zaaknummer
45582/99
- Noot
J. de Boer
- LJN
AQ0337
- Roepnaam
Lebbink/Netherlands
- JCDI
JCDI:ADS146643:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AQ0337, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 01‑06‑2004
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Vervolg op HR 5 juni 1998, NJ 1999, 129, m.nt. JdB.
Een vader wenst omgang met een kind uit een niet-huwelijkse relatie. Naast zijn biologisch vaderschap acht het Hof voldoende banden aanwezig tussen de vader en zijn kind om deze relatie de bescherming van art. 8 EVRM te bieden.
Samenvatting
Family life is niet voorbehouden aan huwelijkse relaties, maar omvat ook andere feitelijke buiten-huwelijkse ‘familie’-banden waarin partijen samen leven. Een uit zo'n relatie geboren kind maakt al vanaf de geboorte rechtens deel uit van deze familieband. Hoewel samenwoning een vereiste is voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.