NJ 2001, 258
Brieven van wettiging, ontbreken terugwerkende kracht en erfrecht. Schending 14 in combinatie met artikel 8. (Vervolg op NJ 1995, 468)
EHRM 03-10-2000, ECLI:NL:XX:2000:AB8539, m.nt. J. de Boer (Pla and Puncernau)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
3 oktober 2000
- Magistraten
Palm, Thomassen, Ferrari Bravo, Türmen, Casadevall, Zupancic, Pantîru
- Zaaknummer
28369/95
- Noot
J. de Boer
- LJN
AB8539
- Roepnaam
Pla and Puncernau
- JCDI
JCDI:ADS66272:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Personen- en familierecht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2000:AB8539, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 03‑10‑2000
- Wetingang
Essentie
Brieven van wettiging, het ontbreken van terugwerkende kracht en erfrecht. Schending artikel 14 in combinatie met artikel 8. (Vervolg op HR 24 febr. 1995, NJ 1995, 468, m.nt. JdB)
Samenvatting
Artikel 14 is slechts dan van toepassing, indien onderscheid wordt gemaakt in het genot van een der rechten genoemd in het EVRM (§ 34). Hoewel artikel 8 als zodanig geen recht om te erven omvat, heeft het Hof reeds eerder erkend dat kwesties omtrent nalatenschap binnen het bereik van dit artikel vallen, omdat zij een aspect van het familieleven vertegenwoordigen. Artikel 14 jo 8 is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.