NJ 1997, 20
Motivering / verzuim Spaanse Hoge Raad om in zijn uitspraak in civiele procedure in te gaan op voor rechter in eerste instantie opgeworpen stelling / schending 6 lid 1 EVRM
EHRM 09-12-1994, ECLI:NL:XX:1994:AC1183 (Balani/Spanje)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
9 december 1994
- Magistraten
Ryssdal, Bernhardt, Gölcüklü, Macdonald, Russo, Martens, Morenilla, Bigi, Lopes Rocha
- Zaaknummer
PUBECHRSERIESAVOL303-B
- LJN
AC1183
- Roepnaam
Balani/Spanje
- JCDI
JCDI:ADS160837:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1994:AC1183, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 09‑12‑1994
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 50
Essentie
Motivering. Verzuim van Spaanse Hoge Raad om in zijn uitspraak in een civiele procedure in te gaan op een voor de rechter in eerste instantie opgeworpen stelling. Schending art. 6 lid 1 EVRM.
Samenvatting
Het Hof roept in herinnering dat art. 6 lid 1 rechters verplicht hun beslissingen te motiveren, maar dat dit artikel niet een gedetailleerd antwoord vereist op ieder argument (zie het arrest Van de Hurk tegen Nederland van 19 april 1994, NJ 1995, 462, § 61). De reikwijdte van deze motiveringsplicht hangt af van de aard van de beslissing. Bovendien is het noodzakelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.