Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 339 Gebruik van een ATA- of CPD-carnet als een aangifte tot uitvoer
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 162 van het wetboek)
1.
Een ATA- en CPD-carnet wordt beschouwd als een aangifte tot uitvoer wanneer het carnet is afgegeven in een lidstaat die een overeenkomstsluitende partij is bij de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul en is goedgekeurd en gegarandeerd door een in de Unie gevestigde organisatie die deel uitmaakt van een waarborgketen zoals omschreven in artikel 1, onder d), van bijlage A bij de overeenkomst van Istanbul.
2.
Het ATA- en CPD-carnet wordt niet gebruikt als een aangifte tot uitvoer met betrekking tot Uniegoederen wanneer:
- a)
deze goederen onderworpen zijn aan douaneformaliteiten met het oog op de toekenning van uitvoerrestituties in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
- b)
deze goederen, die deel uitmaakten van interventievoorraden, onderworpen zijn aan maatregelen ter controle van het gebruik of de bestemming en voor deze goederen de douaneformaliteiten bij uitvoer naar landen buiten het douanegebied van de Unie in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn vervuld;
- c)
deze goederen in aanmerking komen voor de terugbetaling of kwijtschelding van invoerrechten indien zij uit het douanegebied van de Unie worden uitgevoerd;
- d)
deze goederen onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht binnen het grondgebied van de Unie overeenkomstig Richtlijn 2008/118/EG, behalve wanneer de bepalingen van artikel 30 van die richtlijn van toepassing zijn.
3.
Wanneer een ATA-carnet wordt gebruikt als aangifte tot uitvoer, vervult het douanekantoor van uitvoer de volgende formaliteiten:
- a)
het verifieert de gegevens in de vakken A tot en met G van het deel ‘uitvoer’ van het carnet door deze gegevens te vergelijken met de goederen waarop het carnet betrekking heeft;
- b)
het vult het vak ‘verklaring van de douaneautoriteiten’ in dat op de omslag van het carnet voorkomt;
- c)
het vult de strook ‘uitvoer’ en vak H van het deel ‘uitvoer’ in;
- d)
het stelt het douanekantoor van uitvoer vast in vak H, onder b), van het deel ‘wederinvoer’;
- e)
het behoudt het deel ‘uitvoer’.
4.
Wanneer het douanekantoor van uitvoer niet het douanekantoor van uitgang is, vervult het douanekantoor van uitvoer de in lid 3 bedoelde formaliteiten, maar vult het vak 7 van de strook niet in, omdat dit vak door het douanekantoor van uitgang dient te worden ingevuld.
5.
De door het douanekantoor van uitvoer in vak H, onder b), van de strook ‘uitvoer’ vastgestelde termijnen voor het wederinvoeren van de goederen kan de geldigheidsduur van het carnet niet overschrijden.