RAV 2013/63
Auteursrecht. Kan een kunstschilderes met succes een beroep doen op art. 6:162 BW wegens slaafse nabootsing van een door haar toegepaste stijl?
HR 29-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8661 (Broeren/Duijsens)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
12/01003
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BY8661
- Roepnaam
Broeren/Duijsens
- JCDI
JCDI:ADS914095:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY8661, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY8661, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2012
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 13 Auteurswet
Essentie
Auteursrecht. Inbreuk op intellectueel recht. Onrechtmatige daad. Omvang auteursrecht.
Kan een kunstschilderes met succes een beroep doen op art. 6:162 BW wegens de slaafse nabootsing van een door haar toegepaste stijl of van stijlkenmerken waarbij geen sprake is van nabootsing van een werk als bedoeld in art. 13 Auteurswet?
Samenvatting
Broeren en Duijsens vervaardigen schilderijen in dezelfde stijl. Duijsens exposeert sinds 1999 op diverse tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Duijsens vordert een verklaring voor recht dat de figuren op haar werken auteursrechtelijke bescherming genieten, waarop door Broeren inbreuk is gemaakt.
De rechtbank oordeelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.