Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/9.4.1:9.4.1 Algemeen
Archief
Smartengeld 1998/9.4.1
9.4.1 Algemeen
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De vergoeding van immateriële schade staat per definitie niet tegenover een vermogensvermindering en levert als zodanig steeds een vermeerdering op van het vermogen van de gelaedeerde. Het is de vraag op welke wijze een dergelijke vermogensvermeerdering van invloed is op verschillende momenten waarop de draagkracht van de ontvanger van belang is. Men denke aan een op de gelaedeerde rustende verpachting tot verstrekking van levensonderhoud en aan het ontvangen van een uitkering uit hoofde van bijstandsvoorziening, maar ook aan de invloed van een vererfde vergoeding op de behoeftigheid van de nabestaanden. In feite gaat het hier om de vraag in hoeverre de vermogensvermeerdering als gevolg van de toekenning van het smartengeld dient te worden meegewogen bij de draagkrachtvaststelüng, danwel of deze - eventueel gedeeltelijk - buiten beschouwing mag blijven. Hierna zullen verschillende momenten waarop draagkracht van belang is nader worden bezien.