Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:80 [Vergunningplicht bemiddelaar]
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2016
- Bronpublicatie:
23-03-2016, Stb. 2016, 265 (uitgifte: 13-07-2016, kamerstukken: 34292)
- Inwerkingtreding
14-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2016, Stb. 2016, 265 (uitgifte: 13-07-2016, kamerstukken: 34292)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning te bemiddelen.
2.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste lid en van hetgeen in het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen is bepaald met betrekking tot bemiddelen, indien de aanvrager aantoont dat de belangen die dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen beogen te beschermen anderszins voldoende worden beschermd.
3.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag ontheffing verlenen van het eerste lid aan:
- a.
een persoon die met een overleden bemiddelaar tot het tijdstip van diens overlijden een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft gehad; of
- b.
een niet tot de huishouding behorend kind van een overleden bemiddelaar, indien het bedrijf van de overleden bemiddelaar wordt voortgezet en de belangen die dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen beogen te beschermen anderszins voldoende worden beschermd.
4.
De in het derde lid bedoelde ontheffing kan met terugwerkende kracht worden verleend tot de datum van overlijden. De ontheffing wordt voor ten hoogste een jaar verleend en kan ten hoogste tweemaal met een jaar worden verlengd.
5.
Het tweede lid is niet van toepassing op het bemiddelen in verzekeringen.
6.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op het bemiddelen in hypothecair krediet.