Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:82 [Uitzondering o.g.v. zetel in een andere lidstaat]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2018
- Bronpublicatie:
09-03-2018, Stb. 2018, 89 (uitgifte: 29-03-2018, kamerstukken: 34770)
- Inwerkingtreding
01-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-2018, Stb. 2018, 176 (uitgifte: 19-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Artikel 2:80, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen met zetel in een andere lidstaat die:
- a.
als bank hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, voorzover het aan hen ingevolge afdeling 2.2.2 is toegestaan te bemiddelen;
- b.
als financiële instelling hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, voorzover het aan hen ingevolge afdeling 2.2.2 is toegestaan te bemiddelen; of
- c.
als entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, voorzover het aan hen ingevolge de afdelingen 2.2.2A, 2.2.3, 2.2.4 of 2.2.4A is toegestaan te bemiddelen.
2.
Artikel 2:80, eerste lid, is niet van toepassing op bemiddelaars in verzekeringen die in een andere lidstaat zijn geregistreerd in de zin van artikel 3 van de richtlijn verzekeringsdistributie, voorzover is voldaan aan artikel 2:84.
3.
Artikel 2:80, eerste lid, is niet van toepassing op bemiddelaars in hypothecair krediet die overeenkomstig artikel 29, eerste lid, van de richtlijn hypothecair krediet bevoegd zijn in hun lidstaat van herkomst hun bedrijf uit te oefenen.