V-N 2015/25.7
Geen aftrek voor nageheven accijnzen wegens voorhanden hebben van niet veraccijnsde sigaretten
HR 22-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1259, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 mei 2015
- Magistraten
Overgaauw, Bavinck, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/02083
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920929:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1259, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2014
- Wetingang
art. 3.14 lid 1 onderdeel d Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat onder de aftrekuitsluiting voor criminele activiteiten ook valt nageheven accijnzen wegens het voorhanden hebben van niet veraccijnsde sigaretten.
Samenvatting
X is strafrechtelijk veroordeeld wegens het voorhanden hebben van niet veraccijnsde sigaretten. In geschil is of hij de nageheven accijnzen en omzetbelasting mag aftrekken van zijn resultaat uit overige werkzaamheden.
De Hoge Raad oordeelt dat onder de aftrekuitsluiting voor criminele activiteiten ook valt nageheven accijnzen wegens het voorhanden hebben van niet veraccijnsde sigaretten. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de uitdrukking ‘verband houden met misdrijven’ ruim moet worden uitgelegd (vgl. HR 5 maart 2004, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.