FED 2015/30
De Ontvanger die binnen fiscale eenheid vennootschapsbelasting op de voet van art. 24, lid 1, Invorderingswet 1990 naar later blijkt ten onrechte een teruggaaf met een betwiste belastingschuld verrekent dient de teruggaaf in geval van latere (gedeeltelijke) vernietiging van de betwiste aanslag alsnog uit te betalen aan de oorspronkelijk gerechtigde; de betalingsverplichting van de Ontvanger was door de verrekening nog niet (met zekerheid) tenietgegaan
HR 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:299, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 februari 2015
- Magistraten
Bakels, Heisterkamp, Drion, Snijders, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/05264
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
J.J. Vetter
- JCDI
JCDI:ADS273779:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:299, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2013
- Wetingang
Art. 24 Invorderingswet 1990
Essentie
De Ontvanger die binnen fiscale eenheid vennootschapsbelasting op de voet van art. 24, lid 1, Invorderingswet 1990 naar later blijkt ten onrechte een teruggaaf met een betwiste belastingschuld verrekent dient de teruggaaf in geval van latere (gedeeltelijke) vernietiging van de betwiste aanslag alsnog uit te betalen aan de oorspronkelijk gerechtigde; de betalingsverplichting van de Ontvanger was door de verrekening nog niet (met zekerheid) tenietgegaan
Samenvatting
Indien de Ontvanger ten onrechte een teruggaaf verrekent met een betwiste belastingaanslag en de belastingschuld nadien na bezwaar en beroep geheel of gedeeltelijk vernietigd wordt herleeft de oorspronkelijke betalingsverplichting van de Ontvanger. Er ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.