NJ 2021/341
Oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep rechtsgeldig is betekend is, gelet op art. 36e lid 2 onder b Sv niet onjuist. Geen reden tot schorsing onderzoek i.v.m. aanwezigheidsrecht.
HR 12-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1506
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C. Caminada
- Zaaknummer
20/04448
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS372888:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1506, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Het kennelijke oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep rechtsgeldig is betekend, geeft gelet op art. 36e lid 2, aanhef en onder b, Sv niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De in dat artikel voorgeschreven verzending van een afschrift van de dagvaarding maakt geen deel uit van de betekening. Geen reden om onderzoek te schorsen opdat verdachte alsnog daarbij aanwezig kon zijn.
Samenvatting
Dagvaarding in hoger beroep is tevergeefs aangeboden op adres verdachte en vervolgens zes dagen later uitgereikt aan medewerker Openbaar Ministerie. Het kennelijke oordeel van het hof dat aldus de dagvaarding in hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.