Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2004/757/JBZ vaststelling minimumvoorschriften met betrekking tot bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van illegale drugshandel
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 12-11-2004
- Bronpublicatie:
25-10-2004, PbEU 2004, L 335 (uitgifte: 11-11-2004, regelingnummer: 2004/757/JBZ)
- Inwerkingtreding
12-11-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2004, PbEU 2004, L 335 (uitgifte: 11-11-2004, regelingnummer: 2004/757/JBZ)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
Kaderbesluit van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31, punt e), en op artikel 34, lid 2, punt b),
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De illegale drugshandel vormt een bedreiging voor de gezondheid, de veiligheid en de levenskwaliteit van de burgers van de Europese Unie, alsook voor de wettige economie, de stabiliteit en de veiligheid van de lidstaten.
- (2)
De noodzaak wettelijke maatregelen te nemen op het gebied van de bestrijding van de illegale drugshandel is met name erkend in het op 3 december 1998 door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken in Wenen aangenomen Actieplan van de Raad en de Commissie over hoe de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam inzake de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid het best kunnen worden uitgevoerd (3); de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999, met name punt 48; de drugsstrategie van de Europese Unie (2000–2004) die door de Europese Raad van Helsinki van 10 tot 12 december 1999 is goedgekeurd; en het EU-actieplan inzake drugs (2000–2004) dat tijdens de Europese Raad van Santa Maria da Feira van 19 en 20 juni 2000 is bekrachtigd.
- (3)
Het is noodzakelijk minimumvoorschriften betreffende de elementen van de strafbare feiten van illegale handel in drugs en in precursoren aan te nemen, die als grondslag kunnen dienen voor een gemeenschappelijke aanpak op het niveau van de Unie van de bestrijding van die handel.
- (4)
De Europese Unie zou zich uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel moeten concentreren op de ernstigste drugsmisdrijven. Het feit dat bepaalde gedragingen met betrekking tot persoonlijk gebruik niet onder de werkingssfeer van dit kaderbesluit vallen, vormt niet een richtsnoer van de Raad voor de wijze waarop de lidstaten die andere gevallen in hun nationale wetgeving zouden moeten regelen.
- (5)
De door de lidstaten voorziene straffen, met inbegrip van vrijheidsstraffen, dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. Om de straf te bepalen, dient rekening te worden gehouden met feitelijke gegevens, zoals de hoeveelheden en de aard van de verhandelde drugs en de vraag of het strafbare feit in het kader van een criminele organisatie is gepleegd.
- (6)
De lidstaten moeten in lichtere straffen kunnen voorzien voor de gevallen waarin de pleger van het feit de bevoegde autoriteiten nuttige inlichtingen heeft verstrekt.
- (7)
Het is noodzakelijk maatregelen te nemen die de confiscatie van de opbrengsten van de in dit kaderbesluit bedoelde strafbare feiten mogelijk maken.
- (8)
Er dienen maatregelen te worden genomen opdat rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de in dit kaderbesluit bedoelde strafbare feiten die voor hun rekening zijn gepleegd.
- (9)
De doeltreffendheid van de geleverde inspanningen ter bestrijding van de illegale drugshandel, hangt voornamelijk af van het nader tot elkaar brengen van de nationale maatregelen ter uitvoering van dit kaderbesluit,
BESLUIT: