Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/60/EU betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 159 (uitgifte: 28-05-2014, regelingnummer: 2014/60/EU)
- Inwerkingtreding
17-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 159 (uitgifte: 28-05-2014, regelingnummer: 2014/60/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:
- 1.
‘cultuurgoed’: een goed dat door een lidstaat, voordat of nadat het op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van die lidstaat is gebracht, uit hoofde van de nationale wetgeving of van nationale administratieve procedures is aangemerkt of omschreven als behorend tot het ‘nationaal artistiek, historisch of archeologisch bezit’ in de zin van artikel 36 VWEU;
- 2.
‘op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat gebracht’:
- a)
buiten het grondgebied van een lidstaat gebracht, in strijd met de regels van die lidstaat betreffende de bescherming van het nationaal bezit, of in strijd met Verordening (EG) nr. 116/2009; of
- b)
niet teruggegeven na het verstrijken van een periode van rechtmatige tijdelijke verplaatsing of iedere schending van een andere voorwaarde die aan die tijdelijke verplaatsing verbonden was;
- 3.
‘verzoekende lidstaat’: de lidstaat van waaruit een cultuurgoed op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van die lidstaat is gebracht;
- 4.
‘aangezochte lidstaat’: de lidstaat op het grondgebied waarvan zich een op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een andere lidstaat gebracht cultuurgoed bevindt;
- 5.
‘teruggave’: de daadwerkelijke terugkeer van het cultuurgoed op het grondgebied van de verzoekende lidstaat;
- 6.
‘bezitter’: degene die een cultuurgoed feitelijk houdt voor zichzelf;
- 7.
‘houder’: degene die een cultuurgoed feitelijk houdt voor derden;
- 8.
‘openbare collecties’: collecties die overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat als openbaar worden omschreven en die het eigendom zijn van die lidstaat, van een lokale of regionale overheid in die lidstaat of van een instelling die gevestigd is op het grondgebied van die lidstaat, op voorwaarde dat die instelling het eigendom is van of in grote mate wordt gefinancierd door die lidstaat of een lokale of regionale overheid.