Einde inhoudsopgave
Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren
Artikel 9 Aanvraag tot vaststelling subsidie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
30-11-2011, Stcrt. 2011, 22111 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/161497)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2011, Stcrt. 2011, 22111 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/161497)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Waterrecht (V)
1.
De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na voltooiing van het werk bij de hoofdingenieur-directeur een aanvraag tot subsidievaststelling in.
2.
Bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, overlegt de subsidieontvanger:
- a.
een financiële eindverantwoording over het werk bestaande uit:
- 1°
een overzicht van de gemaakte kosten voor de in artikel 2, eerste lid, onderscheiden posten;
- 2°
een overzicht van de uitbetaalde voorschotten waarbij voorschotten voor de kosten van voorbereiding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, afzonderlijk worden vermeld;
- b.
een verklaring over de financiële eindverantwoording, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt of het werk is uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en waaruit blijkt dat de in onderdeel a bedoelde kosten zijn gemaakt, overeenkomstig het daartoe door de Minister bekendgemaakte controleprotocol.
3.
Op gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger, ingediend binnen zes maanden na voltooiing van het werk, kan de in het eerste lid bedoelde termijn worden verlengd.