Einde inhoudsopgave
Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren
Artikel 11 Procedure voor subsidievaststelling in twee fasen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
30-11-2011, Stcrt. 2011, 22111 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/161497)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2011, Stcrt. 2011, 22111 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/161497)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Waterrecht (V)
1.
Indien vanwege nog lopende gerechtelijke procedures, voor een deel van de kosten bedoeld in artikel 2, eerste lid, de subsidie nog niet kan worden vastgesteld, kan op verzoek van de subsidieontvanger de subsidie voor de kosten van of voortvloeiend uit deze procedures, afzonderlijk worden vastgesteld.
2.
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend bij de aanvraag tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 9, eerste lid, waarbij met redenen wordt omkleed voor welke kosten de subsidie nog niet kan worden vastgesteld.
3.
Binnen zes maanden na afronding van de gerechtelijke procedures, bedoeld in het eerste lid, dient de subsidieontvanger bij de hoofdingenieur-directeur een aanvraag tot subsidievaststelling in. Op deze afzonderlijke subsidievaststelling zijn artikel 9, tweede lid, en artikel 10 van overeenkomstige toepassing.