RvdW 2018/622
Intellectueel eigendomsrecht; inbreukprocedure octrooi; proceskosten; toepassingsbereik art. 1019h Rv; werkzaamheden die zien op gevolgen overschrijding appeltermijn.
HR 18-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:721
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 mei 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00570
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:721, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:163, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Intellectueel eigendomsrecht; inbreukprocedure octrooi; proceskosten; toepassingsbereik art. 1019h Rv; werkzaamheden die zien op gevolgen overschrijding appeltermijn.
Art. 1019h Rv moet in overeenstemming met art. 14 Handhavingsrichtlijn worden uitgelegd. Werkzaamheden van de aangesproken partij ter voorbereiding van haar verweer in het door eiser aangekondigd hoger beroep vallen onder art. 1019h Rv. Dat geldt ook voor werkzaamheden die uitsluitend zien op de, door het hof ambtshalve te beoordelen, zuiver processuele vraag of termijnoverschrijding tot niet-ontvankelijkheid leidt. De argumenten daarvoor wegen zodanig zwaarder dan de tegenargumenten dat in dit kort geding geen prejudiciële vragen aan HvJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.