NJ 2013/532
Omvang appel en ontvankelijkheid daarvan.
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO4030, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/01711
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BO4030
- JCDI
JCDI:ADS127718:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO4030, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO4030, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2010
- Wetingang
Essentie
Appelakte houdt in dat het beroep is gericht tegen de veroordeling en niet tegen de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging. Niet-ontvankelijkverklaring in het appel moet in een dergelijk geval achterwege blijven, indien de verdachte of een door hem op de voet van art. 279 Sv gemachtigde raadsman ter zitting verklaart het hoger beroep zonder de ten onrechte in de appelakte aangebrachte beperking te willen doorzetten. Buiten dat geval echter kan de verdachte in zijn ten onrechte partieel ingestelde hoger beroep niet worden ontvangen (vgl. LJN BO4030).
Samenvatting
Uitgangspunt is dat niet-naleving van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.