Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 187d [Beperking door R-C kennisname antwoorden]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2006
- Bronpublicatie:
28-09-2006, Stb. 2006, 460 (uitgifte: 24-10-2006, kamerstukken: 29743)
- Inwerkingtreding
01-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2006, Stb. 2006, 461 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
De rechter-commissaris kan hetzij ambtshalve, hetzij op de vordering van de officier van justitie of het verzoek van de verdachte of diens raadsman of de getuige beletten dat antwoorden op vragen betreffende een bepaald gegeven ter kennis komen van de officier van justitie, de verdachte en diens raadsman, indien er gegrond vermoeden bestaat dat door de openbaarmaking van dit gegeven:
- a.
de getuige ernstige overlast zal ondervinden of in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig zal worden belemmerd,
- b.
een zwaarwegend opsporingsbelang wordt geschaad, of
- c.
het belang van de staatsveiligheid wordt geschaad.
2.
De rechter-commissaris maakt in zijn proces-verbaal melding van de redenen waarom het bepaalde in het eerste lid toepassing heeft gevonden.
3.
De rechter-commissaris neemt de maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om onthulling van een gegeven als in het eerste lid bedoeld, te voorkomen. Hij is daartoe bevoegd gegevens in processtukken onvermeld te laten.
4.
Ingeval de rechter-commissaris belet dat een antwoord ter kennis komt van de officier van justitie, de verdachte of diens raadsman, doet hij in het proces-verbaal opnemen dat de gestelde vraag is beantwoord.
5.
Hoger beroep of beroep in cassatie is tegen een beslissing op grond van het eerste lid niet toegelaten.