NJ 2018/340
Onteigeningsrecht. Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen tussenuitspraak? Geding na verwijzing; beroep op nieuwe feiten en omstandigheden?
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1221
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02666
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS72772:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Onteigeningsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1221, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:631, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
Onteigeningsrecht. Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen tussenuitspraak? Geding na verwijzing; beroep op nieuwe feiten en omstandigheden?
Vervolg op HR 25 september 2015, NJ 2016/150.
In een onteigeningsgeding staat geen beroep in cassatie open van een tussenuitspraak, behalve voor zover daarbij de onteigening is uitgesproken, een voorschot is bepaald of uitspraak is gedaan over de uit te keren schadeloosstelling.
De rechter naar wie het geding is verwezen, dient de behandeling daarvan voort te zetten en te beslissen met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad. Daarbij is uitgangspunt dat de verwijzingsrechter de zaak moet behandelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.