Regeling geluidemissie buitenmaterieel
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 03-01-2006
- Bronpublicatie:
03-04-2006, Stcrt. 2006, 74 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: LMV200651319)
- Inwerkingtreding
15-04-2006, terugwerkend tot: 03-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2006, Stcrt. 2006, 74 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: LMV200651319)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieurecht / Geluid en trillingen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Het is verboden materieel voor gebruik buitenshuis, als bedoeld in artikel 12 van richtlijn 2000/14 in de handel te brengen of te gebruiken:
- a.
waarvoor niet een van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures van de bijlagen VI, VII of VIII van die richtlijn is voltooid,
- b.
dat niet door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde is voorzien van de CE-markering,
- c.
dat niet vergezeld gaat van een EG-verklaring van overeenstemming, of
- d.
waarvan het gewaarborgde geluidsvermogensniveau vanaf 3 januari 2002 respectievelijk vanaf 3 januari 2006 hoger is dan het toelaatbare geluidsvermogensniveau vermeld in onderstaande tabel.
Type materieel | Netto geïnstalleerd vermogen P in kW Elektrisch vermogen Pel(1)in kW Massa m van het materieel in kg Maaibreedte L in cm | Toelaatbaar geluidsvermogensniveau in dB/1 pW | |
---|---|---|---|
Fase I vanaf 3 januari 2002 | Fase II vanaf 3 januari 2006 | ||
Verdichtingsmachines (trilwalsen, trilplaten, trilstampers) | P ≤ 8 | 108 | 105(2) |
8 < P ≤ 70 | 109 | 106(2) | |
P > 70 | 89 + 11 lg P | 86 + 11 lg P(2) | |
Rupsdozers, rupslaad- en graaflaadmachines | P ≤ 55 | 106 | 103(2) |
P > 55 | 87 + 11 lg P | 84 + 11 lg P(2) | |
Dozers op wielen, laad- en graaflaadmachines op wielen, dumpers, egaliseermachines, vuilnisverdichters van het ladertype, heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht, mobiele kranen, verdichtingsmachines (niet-vibrerende walsen), bestratingsafwerkmachines, hydraulische aggregaten | P ≤ 55 P > 55 | 104 85 + 11 lg P | 101(2)(3) 82 + 11 lg p(2)(3) |
Graafmachines, goederenliften, bouwlieren, motorhakfrezen | P ≤ 15 | 96 | 93 |
P > 15 | 83 + 11 lg P | 80 + 11 lg P | |
Met de hand geleide betonbrekers en trilhamers | m ≤ 15 | 107 | 105 |
15 < m < 30 | 94 + 11 lg m | 92 + 11 lg m(2) | |
m ≥ 30 | 96 + 11 lg m | 94 + 11 lg m | |
Torenkranen | 98 + lg P | 96 + lg P | |
Las- en vermogensaggregaten | Pel ≤ 2 | 97 + lg Pel | 95 + lg Pel |
2 < Pel ≤ 10 | 98 + lg Pel | 96 + lg Pel | |
10 > Pel | 97 + lg Pel | 95 + lg Pel | |
Compressoren | P ≤ 15 | 99 | 97 |
P > 15 | 97 + 2 lg P | 95 + 2 lg P | |
Grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders | L ≤ 50 | 96 | 94(2) |
50 > L ≤ 70 | 100 | 98 | |
70 < L ≤ 120 | 100 | 98(2) | |
L > 120 | 105 | 103(2) |
2.
Het gewaarborgde geluidsvermogensniveau wordt afgerond op het naast gelegen gehele getal, bij minder dan 0,5 naar beneden en vanaf 0,5 naar boven.
3.
Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet voor materieel voor gebruik buitenshuis dat wordt tentoongesteld op evenementen als beurzen, tentoonstellingen of demonstraties, indien:
- a.
duidelijk wordt aangegeven dat het materieel voor gebruik buitenshuis niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze regeling;
- b.
het materieel voor gebruik buitenshuis niet in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt genomen totdat het door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde in overeenstemming is gebracht met de bepalingen van deze regeling, en
- c.
bij demonstraties alle passende veiligheidsmaatregelen worden genomen om de bescherming van personen te waarborgen.
Voetnoten
Pel voor lasaggregaten: genormaliseerde lasstroom vermenigvuldigd met de genormaliseerde lasspanning voor de laagste waarde van de inschakelduur die door de fabrikant wordt opgegeven.Pel voor vermogensaggregaten: primair vermogen overeenkomstig ISO 8528-1:1993, punt 13.3.2.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
Voor eenmotorige mobiele kranen blijven de cijfers voor fase I tot 3 januari 2008 van toepassing. Na deze datum zijn de cijfers van fase II van toepassing. Het toelaatbaar geluidsvermogensniveau wordt naar boven of beneden afgerond op het naaste gehele getal (bij minder dan 0,5 naar beneden, vanaf 0,5 naar boven).
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
Voor eenmotorige mobiele kranen blijven de cijfers voor fase I tot 3 januari 2008 van toepassing. Na deze datum zijn de cijfers van fase II van toepassing. Het toelaatbaar geluidsvermogensniveau wordt naar boven of beneden afgerond op het naaste gehele getal (bij minder dan 0,5 naar beneden, vanaf 0,5 naar boven).
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (> 3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.