Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.116 (lucht: meetplicht)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Er wordt gemeten of aan de emissiegrenswaarden, bedoeld in de artikelen 4.113 en 4.114, wordt voldaan.
2.
De meting van de emissies omvat:
- a.
een continue meting van de emissieconcentratie van totaal stof afkomstig uit puntbronnen met een massastroom van ten minste 200 g/u;
- b.
een eenmalige meting van de emissieconcentratie van totaal stof afkomstig uit puntbronnen met een massastroom van minder dan 200 g/u;
- c.
als het sulfaatproces wordt gebruikt: een continue meting van de emissieconcentratie van gasvormig zwaveldioxide en zwaveltrioxide afkomstig van de ontsluiting en roosting uit installaties voor de concentratie van afvalzuren; en
- d.
als het chlorideproces wordt gebruikt:
- 1°
een eenmalige meting van de emissieconcentratie van gasvormig zwaveldioxide en zwaveltrioxide;
- 2°
een continue meting van de emissieconcentratie van chloor afkomstig uit de voornaamste bronnen; en
- 3°
om het jaar een periodieke meting van de emissieconcentratie van zoutzuur.