RvdW 2019/1132
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Arbeidsrecht. WWZ. 'Slapend dienstverband'. Verplichting werkgever tot instemming met beëindiging onder toekenning vergoeding? Goed werkgeverschap in zin art. 7:611 BW. Wet compensatie transitievergoeding. Regeling compensatievergoeding; voorfinanciering werkgever.
HR 08-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1734
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01873
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1734, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:899, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2019
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Arbeidsrecht. WWZ. 'Slapend dienstverband'. Verplichting werkgever tot instemming met beëindiging onder toekenning vergoeding? Goed werkgeverschap in zin art. 7:611 BW. Wet compensatie transitievergoeding. Regeling compensatievergoeding; voorfinanciering werkgever.
Samenvatting
In deze procedure is de vraag aan de orde of een werkgever gehouden is in te stemmen met een voorstel van de werknemer om een zogenoemd ‘slapend dienstverband’ te beëindigen onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer. Een ‘slapend dienstverband’ is een dienstverband dat een werkgever na twee jaar arbeidsongeschiktheid van een werknemer niet heeft opgezegd, hoewel hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.