V-N 2016/47.9
Renteconstructie succesvol omdat inspecteur parallelliteit tussen leningen onvoldoende weerspreekt
Hof Amsterdam 09-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2218, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
9 juni 2016
- Magistraten
Den Boer, Van der Ouderaa, Kostense
- Zaaknummer
13/00777
13/00778
13/00779
13/00780
13/00781
13/00782
13/00783
13/00784
13/00785
13/00786
13/00787
13/00789
13/00790
13/00791
13/00792
13/00793
13/00794
13/00795
13/00796
13/00797
13/00798
13/00799
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924508:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:2219, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑06‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2016:2218, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑06‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2015:4098, Uitspraak, Hof Amsterdam, 08‑10‑2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:4228, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑06‑2015
- Wetingang
art. 10a Wet VPB 196
Essentie
Hof Amsterdam oordeelt dat X bv de rente in aftrek mag brengen. X bv maakt namelijk aannemelijk dat er sprake is van parallelliteit tussen de lening van X London Branch aan X bv en de extern door X London Branch aangetrokken lening.
Samenvatting
De A-groep behoort tot een internationaal concern. Binnen het concern vervult de B-groep een centrale rol. De B-groep heeft vennootschappen in tal van landen, waaronder vennootschap C. C is voor de A-groep een van de belangrijkste entiteiten om vreemd vermogen in de markt aan te trekken. In de jaren 2004 tot en met 2008 zet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.