Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH)
Artikel 11 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 01-04-2023 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
01-02-2023, Stcrt. 2023, 3378 (uitgifte: 02-02-2023, regelingnummer: 2022-0000535845)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2023, Stcrt. 2023, 3378 (uitgifte: 02-02-2023, regelingnummer: 2022-0000535845)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Huurrecht / Huur van woonruimte
1.
De Minister wijst de aanvraag voor een subsidie af voor zover:
- a.
de aanvrager reeds subsidie heeft ontvangen van een ander of hetzelfde bestuursorgaan voor het uitvoeren van dezelfde maatregelen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, bij dezelfde huurwoningen of monumentale huurwoningen;
- b.
de aanvraag een subsidie betreft als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en er reeds door een ander of hetzelfde bestuursorgaan subsidie is verstrekt aan de aanvrager voor het uitvoeren van dezelfde maatregel, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, bij dezelfde huurwoningen of monumentale huurwoningen;
- c.
de aanvraag een subsidie betreft als bedoeld in artikel 8, eerste lid, en:
- 1°
er sprake is van ongeoorloofde cumulatie van steun als bedoeld in artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
- 2°
er sprake is van een onderneming in moeilijkheden als bedoeld artikel 2, achttiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening of een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering van steun uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of
- 3°
een bedrag aan subsidie verstrekt zou worden dat hoger is dan geoorloofd is op grond van artikel 38, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of
- d.
de aanvraag een subsidie betreft als bedoeld in de artikelen 5, 6 of 7 en een bedrag aan subsidie verstrekt zou worden dat hoger is dan geoorloofd is op grond van de de- minimisverordening.
2.
De Minister wijst een aanvraag voor subsidie voor maatregelen af indien:
- a.
de aanvraag voor subsidie € 125.000 of meer betreft en de maatregelen reeds zijn uitgevoerd, in welk geval de Minister tevens kan besluiten tot vaststelling van de subsidie ter hoogte van het bedrag € 124.999;
- b.
de aanvraag voor subsidie betrekking heeft op een investering ten behoeve van het realiseren van een vergroting van het woonoppervlakte of de wooninhoud, waarvan in ieder geval sprake is bij:
- 1°
het realiseren van een nieuwe aanbouw;
- 2°
het realiseren van een nieuwe dakkapel;
- 3°
het betrekken van een aan- of inpandige garage bij de woning;
- 4°
het vergroten van het dak, de gevel, de vloer of de glasoppervlakte;
- c.
meer dan 12 maanden zijn verstreken tussen het installeren of aanbrengen van de maatregel of maatregelen en de aanvraag voor subsidie in het geval de subsidieaanvraag een subsidiebedrag van minder dan € 125.000 betreft; of
- d.
meer dan 12 maanden zijn verstreken tussen de aanvraag voor subsidie en het installeren of aanbrengen van de maatregel of maatregelen in het geval de subsidieaanvraag een subsidiebedrag van ten minste € 125.000 betreft.