Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn
Artikel 29 Bepalingen betreffende vergunningen voor het gebruik van de papieren regeling Uniedouanevervoer per spoor, door de lucht of over zee en voor het gebruik van de regeling Uniedouanevervoer door de lucht of over zee op basis van een elektronisch manifest
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2016
- Bronpublicatie:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Inwerkingtreding
04-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
Een in de artikelen 25, 26, 27 en 28 bedoelde vergunning wordt slechts verleend op voorwaarde dat:
- a)
de bevoegde douaneautoriteit van oordeel is dat zij in staat zal zijn om toezicht te houden op het gebruik van de regeling Uniedouanevervoer en controles te verrichten zonder dat zij daarvoor administratieve maatregelen moet nemen die niet in verhouding staan tot de behoeften van de betrokkene;
- b)
de aanvrager een administratie voert aan de hand waarvan de bevoegde douaneautoriteiten een doeltreffende controle kunnen verrichten.
2.
Wanneer de aanvrager houder is van een AEO-vergunning zoals bedoeld in artikel 38, lid 2, onder a), van het wetboek, wordt geacht aan de vereisten van artikel 25, lid 1, onder d), artikel 26, lid 1, onder e), artikel 27, lid 1, onder d), artikel 28, lid 1, onder d), en lid 1 van dit artikel te zijn voldaan.