Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/955
Wvggz. Mondelinge behandeling. Art. 6:1 lid 1 Wvggz. Kon de rechtbank volstaan met oproeping op BRP-adres?
HR 06-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1383
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorf, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
23/02385
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1383, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:722, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑08‑2023
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/02385
Datum 6 oktober 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: R.P. Streng,
tegen
OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT MIDDEN-NEDERLAND
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Op 1 maart 2023 heeft de officier van justitie bij de rechtbank Midden-Nederland een verzoekschrift ingediend tot het verlenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.