NJ 1931, p. 118
Gebruik van verklaringen van zeer jonge kinderen. Indirect bewijs.
HR 24-11-1930, ECLI:NL:HR:1930:78
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 1930
- Magistraten
(Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Taverne, Schepel, de Menthon Bake.)
- Zaaknummer
[241930/NJ_1931,_p._118]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS128164:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:78, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑1930
- Wetingang
Essentie
Gebruik van verklaringen van zeer jonge kinderen. Indirect bewijs.
Samenvatting
De grief, dat als bewijsmiddel zijn gebruikt verklaringen van kinderen van 8, 10 en 12 jaar, kan niet tot cassatie leiden, daar de rechter, die over de feiten oordeelt, bewijskracht mag toekennen aan de verklaringen van getuigen beneden de 16 jaren, mits hij in zijn vonnis daarvan in het bijzonder de reden geeft, gelijk ten deze is geschied.
Het Hof heeft het bewijs voor de met den eenen, getuige gepleegde onluchtige handelingen mede kunnen putten uit de verklaringen van de anderen, nu de verklaring van elk dier getuigen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.