Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst inzake de immuniteit van Staten
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 29-08-1997
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1985, 38).
- Bronpublicatie:
16-05-1972, Trb. 1973, 43 (uitgifte: 04-04-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-08-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-1985, Trb. 1985, 38 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Staatsrecht / Staatsinrichting
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
1.
Een Overeenkomstsluitende Staat die optreedt als eiser of die zich voegt in een geding voor de rechter van een andere Overeenkomstsluitende Staat, onderwerpt zich, wat betreft dat geding, aan de rechtsmacht van de rechter van die Staat.
2.
Een zodanige Overeenkomstsluitende Staat kan geen beroep doen op immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht van de rechter van de andere Overeenkomstsluitende Staat met betrekking tot een eis in reconventie, indien:
- (a)
deze eis voortvloeit uit de rechtsverhouding of uit de feiten waarop de eis in conventie is gegrond;
- (b)
die Staat volgens de bepalingen van deze Overeenkomst niet gerechtigd zou zijn geweest zich te beroepen op immuniteit, indien tegen hem een afzonderlijk geding zou zijn ingesteld voor de rechter van de andere Staat.
3.
Een Overeenkomstsluitende Staat die een eis in reconventie instelt voor de rechter van een andere Overeenkomstsluitende Staat, onderwerpt zich aan de rechtsmacht van de rechter van die Staat, zowel ten aanzien van de eis in conventie als van de eis in reconventie.