NJ 2013/80
EEX-Verordening. Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad; werkingssfeer. Vordering tot verkrijging van een negatieve verklaring voor recht (‘negative Feststellungsklage’).
HvJ EU 25-10-2012, ECLI:EU:C:2012:664, m.nt. L. Strikwerda (Fisher/Ritrama)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
25 oktober 2012
- Magistraten
A. Tizzano, A. Borg Barthet, J.-J. Kasel, M. Safjan, M. Berger
- Zaaknummer
C-133/11
- Conclusie
A-G N. Jääskinen
- Noot
L. Strikwerda
- LJN
BY2177
- Roepnaam
Fisher/Ritrama
- JCDI
JCDI:ADS161609:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2012:664, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 25‑10‑2012
- Wetingang
Verordening (EG) nr. 44/2001 (EEX-Verordening) art. 5, punt 3
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) bij beslissing van 1 februari 2011.
EEX-Verordening. Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad; werkingssfeer. Vordering tot verkrijging van een negatieve verklaring voor recht (‘negative Feststellungsklage’).
Samenvatting
Art. 5, punt 3, EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat een vordering tot verkrijging van een negatieve verklaring voor recht die ertoe strekt het bestaan van aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad te ontkennen, binnen de werkingssfeer van deze bepaling valt.
Partij(en)
Folien Fischer AG,
Fofitec AG
tegen
Ritrama SpA