V-N 2018/34.16
Herziening in één keer van vooraftrek na vervallen integratieheffing in strijd met Btw-richtlijn?
HR (Parket) 07-05-2018, ECLI:NL:PHR:2018:479, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
7 mei 2018
- Zaaknummer
17/00799
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18395:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2309, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:479, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2018
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vraag of herziening in één keer op het moment van ingebruikneming op grond van artikel 15, vierde lid van de Wet OB in strijd is met de Btw-richtlijn.
Samenvatting
Belanghebbende, Stichting X, heeft in het jaar 2013 op eigen grond een appartementencomplex laten bouwen dat is bestemd voor de verhuur. X brengt in dat jaar € 113.802 aan voorbelasting in aftrek, omdat een heffing op grond van art. 3 lid 3 aanhef en onderdeel b Wet OB 1968 was te verwachten. Per 1 januari 2014 vervalt de (integratie)heffing. Het complex is in juli 2014 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.