GHvJ, 14-03-2023, nr. CUR2021H00364
ECLI:NL:OGHACMB:2023:31
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Datum
14-03-2023
- Zaaknummer
CUR2021H00364
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGHACMB:2023:31, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 14‑03‑2023; (Hoger beroep kort geding)
Eerste aanleg: ECLI:NL:OGEAC:2021:214
Uitspraak 14‑03‑2023
Inhoudsindicatie
Curaçao. Vergunninghouder van online kansspelen is aansprakelijk voor uitbetaling prijzengeld naast onlinecasino/sublicentiehouder. Bijzondere zorgplicht vergunninghouder. Profiteren van wanprestatie. Online casino is hulppersoon vergunninghouder (6:76 BW).
Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummers: CUR201902096 – CUR2021H00364
Uitspraak: 14 maart 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de stichting
STICHTING BELANGENBEHARTIGING
GEDUPEERDEN ONLINE KANSSPELEN,
gevestigd in Curaçao,
in eerste aanleg eiseres,
thans appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
gemachtigde: mr. R.E.F.A. Bijkerk,
tegen
1. de naamloze vennootschap
TRIGONON N.V.,
gevestigd in Curaçao,
in eerste aanleg gedaagde,
thans geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
gemachtigde: mr. A.C. Small,
2. de naamloze vennootschap
CYBERLUCK CURAÇAO N.V.,
gevestigd in Curaçao,
in eerste aanleg gedaagde,
thans geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
gemachtigde: mr. A.C. Small,
3. [ de bestuurder],
wonende in Curaçao,
in eerste aanleg gedaagde,
thans geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
gemachtigde: mr. A.C. Small.
Partijen worden hierna SBGOK, Trigonon, Cyberluck en [de bestuurder] genoemd. Trigonon, Cyberluck en [de bestuurder] worden gezamenlijk Trigonon c.s. genoemd.
Samenvatting
Twee deelnemers van kansspelen in online casino’s (opererend onder ‘sublicentie’ van in Curaçao gevestigde vergunninghouders) stellen dat zij door hen gewonnen prijzengelden niet uitbetaald hebben gekregen. Zij hebben hun vorderingen overgedragen aan een stichting die de belangen behartigt van gedupeerden van online kansspelen. Die stichting heeft namens die deelnemers dat prijzengeld gevorderd van (1) een vergunninghouder van kansspelen in Curaçao, (2) de bestuurder van de vergunninghouder en (3) de online casino’s waarin de deelnemers hebben gespeeld. In de loop van de procedure heeft één van de deelnemers het prijzengeld uitbetaald gekregen, de andere deelnemer wacht nog op uitbetaling.
De belangrijkste vraag is of de vergunninghouder kan worden aangesproken voor de uitbetaling van prijzengeld, als de online casino’s daar niet toe overgaan.
Bij vonnis van 8 november 2021 (ECLI:NL:OGEAC:2021:214) heeft het Gerecht die vraag ontkennend beantwoord. Het Gerecht heeft de vordering van de stichting op het online casino wel toegewezen.
De stichting heeft in hoger beroep de beslissing om de vergunninghouder en haar bestuurder niet te veroordelen tot betaling van het prijzengeld aan het Hof voorgelegd.
Het Hof komt deels tot een andere beslissing dan het Gerecht. Het Hof acht naast het online casino namelijk ook de vergunninghouder aansprakelijk voor uitbetaling van het prijzengeld. Een belangrijke reden daarvoor is dat op de vergunninghouder een bijzondere zorgplicht rust. De vergunninghouder moet waarborgen dat gewonnen prijzengeld wordt uitbetaald door haar licentiehouders; dat volgt uit het systeem van de wet. Door dat niet te doen profiteert de vergunninghouder van de wanprestatie van de online casino’s. Ook kan het online casino worden gezien als hulppersoon van de vergunninghouder. De vordering tegen de bestuurder van de vergunninghouder wordt afgewezen. Aan haar kan onvoldoende persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt voor het handelen van het bedrijf.
1.Het verloop van de procedure
1.1. Bij op 6 december 2021 ingekomen akte van appel is SBGOK in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 8 november 2021 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht).
1.2. Bij op 13 december 2021 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft SBGOK vijf grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en haar vorderingen zoals nader omschreven alsnog zal toewijzen, kosten rechtens.
1.3. Bij op 21 maart 2022 ingekomen memorie van antwoord, met producties, hebben Trigonon c.s. de grieven bestreden. Hun conclusie strekt ertoe dat het Hof het bestreden vonnis, voor zover daarbij de vorderingen tegen hen zijn afgewezen, zal bevestigen, met veroordeling van SBGOK – uitvoerbaar bij voorraad – in de proceskosten in beide instanties. Bij dezelfde memorie heeft Trigonon incidenteel hoger beroep ingesteld en twee grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen, voor zover daarbij de vordering tegen haar is toegewezen en deze alsnog zal afwijzen, met veroordeling van SBGOK – uitvoerbaar bij voorraad – in de proceskosten in beide instanties.
1.4. Bij op 20 april 2022 ingekomen memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep heeft SBGOK de grieven van Trigonon bestreden. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het incidenteel hoger beroep zal afwijzen, met veroordeling van Trigonon in de kosten.
1.5. Op 16 augustus 2022 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend.
1.6. Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.
2. De beoordeling
Feiten
2.1.
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
SBGOK heeft als voornaamste doel: het bijstaan van schuldeisers bij de incasso van vorderingen die voortvloeien uit hun deelname aan spelen van online casino’s die opereren onder ‘sublicentie’ van Curaçaose vergunninghouders.
Bij Landsbesluit van 1 oktober 1996 van het toenmalige Land de Nederlandse Antillen (productie 1 inleidend verzoekschrift) is aan Cyberluck een vergunning verleend voor het exploiteren van hazardspelen op de internationale markt door middel van servicelijndiensten als bedoeld in de Landsverordening buitengaatse hazardspelen (PB 1993 no. 63).
Cyberluck exploiteert niet zelf online casino’s, maar verleent ‘sublicenties’ aan andere bedrijven, die online casino’s exploiteren.
Cyberluck heeft een ‘sublicentie’ verleend aan de naamloze vennootschap Game Tech Group N.V., gevestigd in Curaçao (hierna: Game Tech). Game Tech exploiteert (onder meer) het online casino Osiris. [de bestuurder] is indirect bestuurder van Game Tech.
Een deed of assignment (akte van cessie) getekend op 29 april 2019 vermeldt dat [speler 1], wonende in Canada, (hierna: [speler 1]) al zijn vorderingen die voortvloeien uit zijn deelname aan spelen van online casino Osiris overdraagt aan SBGOK (productie 4 inleidend verzoekschrift).
Cyberluck heeft ook een ‘sublicentie’ verleend aan Trigonon. Trigonon exploiteert (onder meer) het online casino Bahsine. [de bestuurder] is indirect bestuurder van Trigonon.
Een deed of assignment (akte van cessie) getekend op 11 april 2019 vermeldt dat [speler 2], wonende in Turkije, (hierna: [speler 2]) al zijn vorderingen die voortvloeien uit zijn deelname aan spelen van online casino Bahsine overdraagt aan SBGOK (productie 4 inleidend verzoekschrift).
Vorderingen bij het Gerecht
2.2.
In dit geding heeft SBGOK bij inleidend verzoekschrift niet alleen de drie gedaagden gedagvaard die in de kop van dit vonnis worden vermeld, maar ook Game Tech. Zij heeft gevorderd, verkort weergegeven:
a. betaling van € 86.000,- door Game Tech, met rente;
b. betaling van TRY 620.000,- (Turkse Lira) door Trigonon, met rente;
c. hoofdelijke betaling van € 86.000,- en TRY 620.000,- door [de bestuurder] en Cyberluck, met rente.
2.3.
Aan deze vorderingen heeft SBGOK, verkort weergegeven, de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
2.3.1. [
[speler 1] heeft gespeeld bij het online casino Osiris. Eind 2018 had hij bij dat casino een saldo van € 86.000,-. Nadat hij om uitbetaling van (een deel van) het saldo had verzocht, is zijn account gesloten zonder dat het saldo aan hem is uitbetaald. Klachten mochten niet baten. Game Tech is als exploitant van het casino gehouden het saldo uit te betalen.
2.3.2. [
[speler 2] heeft gespeeld bij het online casino Bahsine. Eind 2018 had hij bij dat casino een saldo van TRY 620.000,-. Nadat hij om uitbetaling van het saldo had verzocht, is zijn account gesloten zonder dat het saldo aan hem is uitbetaald. Klachten mochten niet baten. Trigonon is als exploitant van het casino gehouden het saldo uit te betalen.
2.3.3. [
[de bestuurder] is als indirect bestuurder van Game Tech medeaansprakelijk voor de vordering op Game Tech, omdat sprake is van oplichting en Game Tech niet heeft voldaan aan de vergunningsvoorwaarden. Op overeenkomstige gronden is [de bestuurder] als indirect bestuurder medeaansprakelijk voor de vordering op Trigonon.
2.3.4.
Cyberluck is als ‘sublicentiegever’ medeaansprakelijk voor de vorderingen op Game Tech en Trigonon, omdat zij verantwoordelijk is voor degenen die zij onder haar vergunning laat opereren. Daarnaast is zij medeaansprakelijk op de grond dat zij niet heeft voldaan aan de voorwaarden van haar vergunning.
2.3.5.
Al voornoemde vorderingen zijn door cessie overgegaan op SBGOK.
2.4.
Bij e-mail van 7 juni 2020 heeft SBGOK bericht haar eis tegen Game Tech in te trekken en haar eis tegen de overige gedaagden te zullen verminderen met € 85.000,- vanwege een met Game Tech getroffen regeling (prod. 1 bij conclusie van 15 juni 2020). Bij processtuk van 15 juni 2020 heeft SBGOK medegedeeld dat Game Tech ter uitvoering van de regeling € 85.000,- heeft betaald. De intrekking van de eis tegen Game Tech heeft zij herhaald. Haar vorderingen tegen de overige gedaagden heeft zij verminderd met € 85.000,-, zoals aangekondigd, maar vermeerderd met € 5.000,- wegens een pending withdrawal request.
Beslissingen van het Gerecht
2.5.
Het Gerecht heeft de eisvermeerdering van € 5.000,- buiten beschouwing gelaten (vonnis van 7 december 2020, rov. 21). De overgebleven vorderingen (tegen verschillende gedaagden) in verband met [speler 1] beliepen dus € 1.000,- (vonnis van 7 december 2020, rov. 22). Bij het bestreden eindvonnis heeft het Gerecht alsnog geoordeeld over vorderingen van € 6.000,-, en heeft deze afgewezen, op de grond dat volgens het Gerecht niet was gebleken dat SBGOK hierbij nog voldoende belang had (rov. 18 en het subkopje daarboven).
2.6.
De vordering van TRY 620.000,- heeft het Gerecht toegewezen, maar alleen tegen Trigonon. De toewijzing is gebaseerd op nakoming van de tussen [speler 2] en Bahsine gesloten overeenkomst (rov. 14). De vorderingen tegen [de bestuurder] en Cyberluck tot betaling van hetzelfde bedrag zijn afgewezen op de grond dat niet voldoende was onderbouwd dat Trigonon onrechtmatig jegens [speler 2] heeft gehandeld (rov. 14, 16 en 17).
Beoordeling Hof
Bevoegdheid van Curaçaose rechter en toepasselijkheid van Curaçaos recht
2.7.
De bevoegdheid van de Curaçaose rechter om van deze zaak kennis te nemen, staat buiten twijfel, omdat alle procespartijen in Curaçao wonen of gevestigd zijn.
2.8.
Het landsbesluit waarbij aan Cyberluck vergunning is verleend (productie 1 bij inleidend verzoekschrift) schrijft voor dat de vergunninghouder als voorwaarde voor deelname stelt dat de wetgeving van de Nederlandse Antillen (sedert 10/10/10: die van Curaçao) van toepassing is (artikel 14 lid 3 aanhef en onder j). Met partijen zal het Hof ervan uitgaan dat in deze zaak het recht van Curaçao kan worden toegepast op alle rechtsverhoudingen. Kennelijk hebben partijen die rechtskeuze gedaan.
Principaal en incidenteel appel
2.9.
Het principaal hoger beroep van SBGOK is gericht tegen de afwijzingen. Blijkens grief 3 vordert SBGOK in hoger beroep ook het bedrag van € 5.000,- wegens de pending withdrawal request. Het incidenteel hoger beroep van Trigonon is gericht tegen de toewijzing.
Wettelijk kader
2.10.
Grief 1 richt zich tegen de afwijzing van de vorderingen tegen Cyberluck. Bij de beoordeling van deze grief acht het Hof de volgende wetgeving en toelichting daarop van belang (waarbij de vindplaatsen vermeld zijn). Ook relevant is het kader waarin deze wetgeving tot stand is gekomen.
Landsverordening buitengaatse hazardspelen
2.11.
De basis van het systeem wordt gevormd door de Landsverordening buitengaatse hazardspelen (Landsverordening van de 8ste juni 1993 houdende bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen op de internationale markt middels servicelijndiensten bepaalde voor de Nederlandse Antillen (per 10/10/10: voor Curaçao en Sint Maarten); voor Curaçao is nog geen geconsolideerde of geldende tekst gepubliceerd, wel te vinden op internet (https//lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR1855)).
Die Landsverordening buitengaatse hazardspelen luidt onder meer als volgt:
Artikel 1
1.De Gouverneur is bevoegd om vergunning te verlenen tot het exploiteren van hazardspelen op de internationale markt door middel van servicelijndiensten.
2.Vergunning tot het aanleggen en houden van deze hazardspelen wordt slechts gegeven aan in de Nederlandse Antillen gevestigde rechtspersonen.
Artikel 2
1.Aan de in artikel 1, eerste lid, bedoelde vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
2.Deze hebben onder meer betrekking op:
a.
de wijze waarop de activiteiten door de rechtspersoon worden ontplooid;
b.
de wijze waarop het prijzensysteem wordt gehanteerd;
c.
de wijze van uitbetaling van de prijzen;
d.
het van overheidswege uit te oefenen toezicht;
e.
de geldelijke waarborgen door de rechtspersoon te verstrekken.
Artikel 3
1.De in artikel 1, eerste lid bedoelde vergunning is niet voor overdracht vatbaar.
2.Bij landsbesluit wordt het jaarlijks verschuldigde recht voor de in artikel 1, eerste lid, genoemde vergunning vastgesteld.
Artikel 4
Een ingevolge artikel 1, eerste lid, verleende vergunning kan door de Gouverneur worden ingetrokken of tijdelijk ingetrokken, indien een of meer van de voorschriften verbonden aan de vergunning niet in acht worden genomen.
2.12.
De Memorie van Toelichting op deze Landsverordening, zoals gepubliceerd op internet (https:// knipselkrant-curacao.com/wp-content/uploads/2020/02/1993-07-16-PUBLICATIEBLAD-1993-no-63-buitengaatse-hazardspelen-met-tekst-Memorie-van-Toelichting), was zeer summier:
“Reeds enige jaren biedt een lokaal gevestigde onderneming diensten met toegevoegde waarde aan op de internationale markt middels de telecommunicatiefaciliteiten van Landsradio Telecommunicatiedienst Nederlandse Antillen.
Deze onderneming heeft het voornemen om servicelijndiensten aan te bieden op het gebied van loterijen en weddenschappen (hazardspelen). Aan deze hazardspelen kunnen slechts deelnemen personen buiten het grondgebied van de Nederlandse Antillen.
Teneinde deze activiteiten te kunnen ontplooien dient de strafbaarheid hiervan te worden opgeheven, alsook dient het wettelijk kader te worden geschapen, waarbinnen deze activiteiten kunnen plaatsvinden. In het verleden werd ter bevordering van het toerisme de Landsverordening Hazardspelen 1948 (P.B. 1948, no. 138) ingevoerd. Deze wettelijke regeling werd destijds ingevoerd om het mogelijk te maken hazardspelen te exploiteren louter ter bevordering van het toerisme.
Bij Overdrachtslandsverordening XIX (P.B. 1975, no. 162) werd deze materie overgedragen aan de eilandgebieden, zodat het Land in deze geen bemoeienis meer heeft. Het betreft hier echter alleen de zorg voor de regeling van de bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen ter bevordering van het toerisme. De zorg voor de regeling van de belangen betreffen het exploiteren van hazardspelen op andere gebieden en voor andere doeleinden is voorbehouden gebleven aan het Land.
Volstaan had kunnen worden met slechts het opheffen van de strafbaarheid van bovenbedoelde activiteiten doch hiermede zou een ongereglementeerde situatie ontstaan, die noch in het belang van de exploitant, noch in het belang van de Nederlandse Antillen is.
Derhalve is gekozen voor het invoeren van een nieuwe wettelijke regeling, waarvoor de mogelijkheid wordt geschapen tot reglementering van bedoelde activiteiten met betrekking tot buitengaatse hazardspelen. Het onderhavig ontwerp strekt ertoe om de mogelijkheid te creëren voor de overheid om deze activiteiten te controleren ter voorkoming dat de naam van Curaçao en de Nederlandse Antillen op de internationale telecommunicatiemarkt schade ondervindt, alsmede om de strafbaarheid op te heffen van bedoelde hazardspelen. De tekst van het ontwerp is voldoende duidelijk, zodat een artikelsgewijze toelichting niet noodzakelijk is”.
2.13.
De Raad van Advies (het adviesorgaan voor wetgeving van de toenmalige Nederlandse Antillen) achtte de Memorie van Toelichting eveneens bijzonder summier. Dit blijkt uit zijn advies van 7 september 1992 (RvA no. LV/10-92), zoals gepubliceerd op het internet (https://files.platform-investico.nl/app/uploads/2022/05/24122737/Advies-Raad-van-Advies-initatief-ontwerp-landsverordening-buitengaatse-hazardspelen.pdf). Dit advies luidt onder meer als volgt:
“Het voorontwerp heeft tot strekking de strafbaarstelling van het opzettelijk aanbieden of geven van gelegenheid tot hazardspel als bedrijf of het opzettelijk in een onderneming daartoe deelnemen, op te heffen in de gevallen dat aan dit hazardspel slechts kan worden deelgenomen door personen die zich buiten het grondgebied van de Nederlandse Antillen bevinden.
De Raad wil in de eerste plaats erop wijzen dat de Memorie van Toelichting op het voorontwerp bijzonder summier is.
De Memorie van Toelichting spreekt slechts van "het ontplooien van activiteiten op het gebied van hazardspelen", doch gaat niet nader in op de wijze waarop deze activiteiten kunnen worden ontplooid, terwijl naar het oordeel van de Raad de voorgestelde wijziging van het Wetboek van Strafrecht gepaard dient te gaan met een voorstel tot wijziging van de Landsverordening Hazardspelen, waarin regels worden vastgesteld met betrekking tot het vereiste van een vergunning, de aanwijzing van het orgaan dat de vergunning verleent en zijn bevoegdheid voorwaarden en waarborgen te stellen, waaraan degenen die service-lijnen aanbieden op het stuk van hazardspelen aan personen die zich buiten de Nederlandse Antillen bevinden, dienen te voldoen.
De Raad denkt hier aan voorwaarden en waarborgen met betrekking tot de wijze waarop trekkingen plaatsvinden, de hoogte van de prijzen, de wijze van uitbetaling en de controle door de Overheid. Dit alles lijkt noodzakelijk opdat de naam van Curaçao en de Nederlandse Antillen op de internationale telecommunicatiemarkt geen schade ondervindt.
dient uiteraard te worden aangevuld.
(…).”.
2.14.
Op grond van artikel 2 van de Landsverordening buitengaatse hazardspelen is een Landsbesluit genomen, te weten het Landsbesluit van 1 oktober 1996, no. 1668/JAZ (productie 1 bij inleidend verzoekschrift). In dat Landsbesluit is aan Cyberluck vergunning verleend voor het exploiteren van hazardspelen op de internationale markt door middel van servicelijndiensten onder de in de navolgende artikelen opgenomen voorwaarden. Dit Landsbesluit vermeldt onder meer:
“(…)
Artikel 14
1. De vergunninghouder maakt de voorwaarden bekend waaronder deelname aan de door hem geëxploiteerde hazardspelen mogelijk is.
2. De vergunninghouder laat een speler niet toe dan nadat deze heeft verklaard de voorwaarden te kennen en te aanvaarden.
3. In de voorwaarden wordt in elk geval aangegeven:
(…)
f. de bij de inzet en voor het prijzengeld te hanteren valuta;
(…)
i. op welke wijze en zonodig binnen hoeveel tijd na afloop van het spel de uitslag wordt bekend gemaakt alsmede op welke wijze en binnen hoeveel tijd ingeval van winst het prijzengeld kan worden geïnd;
j. dat de wetgeving van de Nederlandse Antillen van toepassing is.
4. Tot de verplichtingen, bedoeld in het derde lid, onderdeel d, behoren in ieder geval de vermelding van de naam en de leeftijd van de speler alsmede van de voor deelname aan een of meer hazardspelen door de speler aangewezen en door de vergunninghouder geaccepteerde internationaal gerenommeerde of lokaal gevestigde bank. Tot deze verplichtingen behoort voorts in ieder geval de storting van een door de vergunninghouder bepaald minimum bedrag op de rekening van vergunninghouder bij een in de voorgaande volzin bedoelde bank.
(…)
Artikel 16
1. De vergunninghouder houdt dagelijks een overzicht bij van de gespeelde hazardspelen, het aantal keren dat elk spel gespeeld is, de daarbij gepleegde inzetten en het behaalde prijzengeld.
2. De in het eerste lid bedoelde gegevens worden op deugdelijke manier bewaard gedurende periode dat bedrijfsgegevens ingevolge de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58)
bewaard dienen te worden.
Artikel 17
1. De vergunninghouder draagt zorg dat bekend is aan de speler:
a. hoe hij te weten komt dat hij heeft gewonnen;
b. hoeveel hij heeft gewonnen;
c. binnen hoeveel tijd na afloop van het spel het prijzengeld beschikbaar is;
d. gedurende hoeveel tijd het prijzengeld beschikbaar blijft.
2. Het prijzengeld wordt in door de vergunninghouder bekend gemaakte valuta betaalbaar gesteld.
3 De vergunninghouder draagt zorg steeds over voldoende middelen te beschikken om het prijzengeld uit te kunnen betalen.
(…).”
Advies Hoofd CBJAZ
2.15.
De hiervoor gegeven regels ingevolge de Landsverordening buitengaatse hazardspelen en het daarop gebaseerde landsbesluit richten zich tot de vergunninghouder. In Curaçao is een aantal vergunninghouders dat op grond van de Landsverordening buitengaatse hazardspelen een vergunning heeft gekregen, waaronder dus Cyberluck, die zelf niet, althans niet direct, onlinecasino’s exploiteren. Zij hebben ‘sublicences’ uitgegeven aan in Curaçao gevestigde rechtspersonen, die wereldwijd onlinecasino’s exploiteren. In de zaak Cramm v. Cyberluck c.s.(vonnissen van het Hof van 11 oktober 2022, ECLI:NL:OGHACMB:2022:104 en ECLI:NL:OGHACMB:2022:105), waartegen cassatieberoep is ingesteld), sprak het Hof van ‘een handjevol vergunninghouders [die] vele ‘sublicences’ uitgeven, met wereldwijd zeer vele spelwebsites en een enorme omzet’; in de processtukken van die zaken werd gesproken van een miljardenomzet wereldwijd.
2.16.
Dit al meer dan twintig jaar toegepaste systeem van ‘sublicenses’ is gebaseerd op een advies van het Hoofd van het Centraal Bureau voor Juridische en Algemene Zaken van het Land (productie 6 bij de memorie van grieven en ook gepubliceerd op het internet: https://files.platform-investico.nl/app/uploads/2022/05/24123241/Brief-Elias.pdf). Dit advies luidde:
(…)
De tweede vraag heeft betrekking op de mogelijkheid van hoofd-vergunninghouder en sub-vergunninghouders. U herinnert zich dat deze vraag ook van de kant van Millionaire's club N.V. is gesteld. Aan deze laatste is het volgende bericht.
De huidige Landsverordening buitengaatse hazardspelen (P.B.
1993, no. 63) maakt een dergelijk onderverdeling van vergunningen niet mogelijk. Daarnaast heeft de Regering het standpunt ingenomen dat zulks ook onwenselijk is. Immers hierdoor wordt een extra moeilijkheid geschapen in de sfeer van de verantwoordelijkheid van de overheid, aangezien de span of
control voor de overheid toeneemt.
Overigens is hetzelfde effect eenvoudig langs contractuele weg te realiseren door het aangaan van contracten met Information Providers die op basis en onder verantwoordelijkheid van de vergunning van de vergunninghouder kunnen opereren bij de daadwerkelijke aanbieding van hazardspelen. De vergunninghouder is primair verantwoordelijk voor het gedrag van zijn IP's. Daarnaast heeft de overheid uiteraard de bevoegdheid de handel en wandel en het reilen en zeilen van deze IP's naast die van de vergunninghouder te controleren in het kader van toezicht en opsporing, zoals dat in de wijzigings-landsverordening gestalte zal krijgen.
(…).
Stellingen SBGOK in hoger beroep
2.17.
De stellingen van SBGOK in hoger beroep kunnen als volgt worden begrepen:
( i) een beperkt aantal bedrijven, waaronder Cyberluck heeft een vergunning gekregen op grond van de Landsverordening hazardspelen, waarin is vermeld dat die vergunning niet overdraagbaar is;
(ii) deze vergunninghouders hebben in het verleden aan de overheid gevraagd of zij toch sublicenties mochten verstrekken;
(iii) in het hiervoor genoemde ambtelijk advies (van het Hoofd CJBAZ, hiervoor geciteerd) aan de toenmalige overheid staat te lezen dat het verstrekken van sublicenties niet mogelijk was op grond van de Landsverordening en ook niet wenselijk was, omdat dit zou leiden tot afwenteling van verantwoordelijkheid van de uitbaters op de overheid;
(iv) kennelijk geïnspireerd door een passage uit dit ambtelijke advies is Cyberluck overgegaan tot een systeem waarbij zij contracten sluit met online casino’s, waarbij die onlinecasino’s met gebruikmaking van de aan Cyberluck verstrekte vergunning hun diensten aanbieden aan spelers;
( v) de handelwijze van die onlinecasino’s komt neer op misleiding en oplichting, doordat deze onlinecasino’s vermelden dat zij een vergunning hebben van de overheid en doordat zij de door hun klanten gewonnen gelden niet uitbetalen en niet adequaat reageren op klachten daarover;
(vi) Cyberluck is op grond van de aan haar verstrekte vergunning gehouden prijzengeld beschikbaar te stellen aan de spelers, dit is een verbintenis voortvloeiend uit de wet, aldus SBGOK;
(vii) Cyberluck onttrekt zich aan die verantwoordelijkheid door niet adequaat te reageren op verzoeken om informatie over uitblijvende uitbetaling van prijzengelden door de spelers en daarvoor door te verwijzen naar de onlinecasino’s, die ook niet adequaat reageren op klachten en prijzengeld niet of niet tijdig uitbetalen;
(viii) Cyberluck is daarom (naast haar contractspartners, de onlinecasino’s) aansprakelijk voor het handelen van die onlinecasino’s in strijd met de vergunningsvoorwaarden.
Oordeel Hof – artikel 6:162 BW
2.18.
Het Hof oordeelt als volgt. Uit het stelsel van de wet (de Landsverordening buitengaatse hazardspelen en het daarop gebaseerde landsbesluit tot vergunningverlening), met voorwaarden die onder meer inhouden de betaalbaarstelling van het prijzengeld [artikel 17], vloeit voort dat de vergunninghouder instaat voor uitbetaling van het regulier gewonnen prijzengeld. Deze in artikel 17 opgenomen voorwaarden strekken onmiskenbaar ter bescherming van spelers die meedoen aan kansspelen bij de exploitatie van deze vergunning. Cyberluck behoort als vergunninghouder op de bescherming van die belangen bedacht zijn, moet zich die belangen aantrekken en heeft in die zin een bijzondere zorgplicht ten opzichte van de spelers. Door niet te waarborgen dat de onlinecasino’s zich houden aan de vergunningsvoorwaarden (met name het beschikbaar stellen van prijzengeld) en door niet adequaat te reageren op verzoeken van spelers om informatie daarover schendt Cyberluck deze zorgplicht. Door deze bijzondere zorgplicht te schenden pleegt Cyberluck als vergunninghouder een onrechtmatige daad jegens de spelers.
2.19.
Daarnaast is Cyberluck ook aansprakelijk uit onrechtmatige daad op grond van het volgende. Doordat zij er niet voor zorgt dat haar contractspartners zich houden aan de vergunningsvoorwaarden (met name het uitbetalen van het gewonnen prijzengeld) profiteert Cyberluck van de wanprestatie van deze contractspartners. Daarbij zijn de volgende bijkomende omstandigheden van belang, die door SBGOK zijn gesteld en door Cyberluck onvoldoende gemotiveerd zijn weersproken:
( a) naast [speler 2] en [speler 1] zijn er vele andere spelers die zowel aan het online casino waar zij gespeeld hebben als aan Cyberluck verzocht hebben om uitbetaling van gewonnen prijzengelden;
( b) op die verzoeken tot nadere informatie en uitbetaling wordt door de onlinecasino’s niet gereageerd of wordt niet adequaat gereageerd, doordat in strijd met de waarheid wordt gesteld dat prijzen al zijn uitbetaald of dat de spelers zich eerst moeten identificeren, terwijl dit veelal al gebeurd is en de online casino’s bovendien op grond van toepasselijke wetgeving verplicht zijn om de identiteit van een speler te verifiëren voordat deze wordt toegelaten;
( c) op klachten van de spelers of SBGOK namens hen wordt door Cyberluck vervolgens ook niet of niet adequaat gereageerd. Cyberluck stuurt de spelers met allerlei voorwendselen het bos in, terwijl zij weet dat haar contractspartners zich aan oplichtingspraktijken schuldig maken;
( d) Cyberluck profiteert van deze wanprestatie doordat zij als vergoeding voor de vergunning slechts een beperkt bedrag betaalt aan het Land Curacao (NAf 10.000 per maand). Daartegenover staan hoge inkomsten, omdat ieder online casino aan Cyberluck een bedrag per maand betaalt (tussen USD 1.500 en USD 5.900) en Cyberluck met vele duizenden onlinecasino’s contracten heeft afgesloten, dit terwijl Cyberluck geen kosten maakt voor toezicht op die online casino’s.
Oordeel Hof - artikel 6:76 BW
2.20.
SBGOK doet bovendien terecht (in de memorie van grieven) een beroep op artikel 6:76 BW: “Maakt de schuldenaar bij de uitvoering van een verbintenis gebruik van de hulp van andere personen, dan is hij voor hun gedragingen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk”.
2.21.
Indien een speler prijzengeld wint in een onlinecasino, geëxploiteerd door een ‘sublicencehouder’ (in dit geval Trigonon), is ingevolge het stelsel van de wet (mede) sprake van een verbintenis van de vergunninghouder (in dit geval Cyberluck). De Landsverordening buitengaatse hazardspelen gaat er immers van uit dat de vergunninghouder de exploitatie van de vergunning zelf ter hand neemt en geen gebruik maakt van derden (sterker nog: de overdracht van de vergunning is niet toegestaan). De voorwaarden waaronder de vergunning is verleend (waaronder het waarborgen van de uitbetaling van prijzengeld aan de spelers) vormen verplichtingen die zijn gebaseerd op een verbintenis uit deze wet. Die verplichtingen rusten dus (ook) op Cyberluck als vergunninghouder.
2.22.
Dat de ‘sublicencehouders’ hulppersonen zijn van de vergunninghouder, sluit aan bij het advies van het Hoofd CBJAZ luidende:
“(…)Overigens is hetzelfde effect eenvoudig langs contractuele weg te realiseren door het aangaan van contracten met Information Providers die op basis en onder verantwoordelijkheid van de vergunning van de vergunninghouder kunnen opereren bij de daadwerkelijke aanbieding van hazardspelen. De vergunninghouder is primair verantwoordelijk voor het gedrag van zijn IP's (…) “.
2.23.
Aansprakelijkheid van de vergunninghouders, ten aanzien van de praktijk van de wereldwijd online gamingbusiness (met enorme omzet onder Curaçaose vlag), kan voor hen een zware last betekenen. Voor zover in de stellingen van Cyberluck moet worden gelezen dat deze vergaande aansprakelijkheid onaanvaardbaar zou zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, geldt dat dit niet kan worden aangenomen, aangezien de vergunninghouders het zelf uit de hand (uit hun handen) hebben laten lopen. Zie het vonnis van het Hof inzake Cramm v. Cyberluck (ECLI:NL:OGHACMB:2022:104): ‘Voldoende aannemelijk is de stelling van [appellante] dat het in de praktijk onmogelijk is dat een vergunninghouder behoorlijk toezicht houdt op de praktijk van de ‘sublicencehouders’ (rov. 4.14), ‘Dat een handjevol vergunninghouders vele ‘sublicences’ uitgeven, met wereldwijd zeer vele spelwebsites en een enorme omzet, zonder dat de vergunningshouders zelf behoorlijk toezicht kunnen houden, zonder dat het Land Curaçao er iets aan verdient, lijkt voorshands moeilijk te rijmen met enig legitiem doel van deze landsverordening’ (rov. 4.16) en ‘Cyberluck moet uit zichzelf al weten dat zij, met de vele niet in de hand te houden ‘sublicences’, zich op glad ijs bevindt’ (rov. 4.20).
Geen uitvoerbaarheid bij voorraad
2.24.
Het voorgaande betekent dat het Hof, anders dan het Gerecht, ook de vordering van SBGOK tegen Cyberluck zal toewijzen. Het Hof ziet aanleiding in het feit dat er bij het Gerecht nog meerdere soortgelijke zaken aanhangig zijn en in het feit dat er grote financiële belangen op het spel staan, de veroordeling van Cyberluck niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De overige grieven in principaal appel
2.25.
Grief II in het principale appel, betreffende de persoonlijke aansprakelijkheid van [de bestuurder], indirect bestuurder van Trigonon, faalt. SBGOK heeft in de toelichting op die grief slechts samengevat gesteld dat “het goed zou kunnen dat [de bestuurder] niet persoonlijk betrokken was” bij de praktijken van de online casino’s, maar dat zij toen zij daarop gewezen werd had moeten reageren, zelf onderzoek had moeten doen en ervoor had moeten zorgen dat uitbetaling plaatsvond. Tegenover de expliciete betwisting door geïntimeerden van deze bestuurdersaansprakelijkheid heeft SBGOK met deze summiere toelichting echter onvoldoende gesteld om aan te nemen dat aan [de bestuurder] een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt voor het onrechtmatige handelen van Cyberluck.
2.26.
Ook grief III in het principale appel faalt. De gemachtigde van SBGOK schreef:
“(…) Client is willing — sans prejudice - to settle the claim regarding [speler 1] for the amount of E 85,000,= to be paid to my third-party account. After payment has been received we will than withdraw the claim against the operator of the casino (Game Tech Group NV; on the basis that every party bears its own costs) and lower the claim on the license holder and director with the amount of the claim of [speler 1]. We will continue with the pending court case regarding the claim of the other player on the other casino(..).
2.27.
De door de gemachtigde voorgestelde deal is tot stand gekomen. De kous is daarmee af, zo stellen geïntimeerden. De gemachtigde van SBGOK heeft voor
€ 85.000 een deal gesloten met Game Tech en heeft daarbij finale kwijting verleend, ook ten opzichte van de andere geïntimeerden. SBGOK heeft op dit verweer niet meer gereageerd, terwijl zij daartoe wel de gelegenheid had (bij schriftelijk pleidooi).
2.28.
Grief IV in het principale appel, betreffende het waardeverlies van de Turkse Lira, faalt. De bij de inzet en voor het prijzengeld te hanteren valuta was de Turkse Lira (vergunningsvoorwaarde artikel 14 lid 3 aanhef en onder f). Het prijzengeld wordt in beginsel in door de vergunninghouder bekend gemaakte valuta betaalbaar gesteld (vergunningsvoorwaarde artikel 17 lid 2). De speler [speler 2] woont in Turkije en heeft dus recht op uitbetaling in Turkije in Turkse Lira en dat betekent dat op zijn vordering artikel 6:121 BW niet van toepassing is. De tussen de speler en SBGOK tot stand gekomen cessie van dat vorderingsrecht aan SBGOK kan niet bewerkstelligen dat SBGOK, die in Curaçao is gevestigd, artikel 6:125 BW kan inroepen.
Incidenteel appel
2.29.
Dit faalt. Het Gerecht heeft terecht (na bewijslevering) het bestaan van de cessie genoegzaam bewezen geacht. Het Hof verenigt zich met het uitvoerig gemotiveerde oordeel van het Gerecht dat [speler 2] de speler was die onder de gebruikersnaam “kaansa303” heeft gespeeld in het online casino Bahsine en ook met het oordeel dat deze [speler 2] de akte van cessie heeft ondertekend, waardoor een rechtsgeldige overdracht van zijn vordering aan SBGOK heeft plaatsgevonden.
2.30.
Dat de speler betaald is staat voorts geenszins vast. Trigonon heeft weliswaar verwezen naar allerlei stukken waaruit betaling zou moeten blijken (waaronder bankafschriften van Turkse banken). SBGOK heeft echter de echtheid en juistheid van deze stukken gemotiveerd en onderbouwd betwist (onder meer door overlegging van een schriftelijke verklaring van één van de banken dat de overgelegde afschriften niet van deze bank afkomstig zijn). Gelet op deze gemotiveerde betwisting heeft Trigonon (op wie de bewijslast rust dat het prijzengeld is betaald) onvoldoende aangevoerd om daarvan uit te kunnen gaan.
Besluit
2.31.
Uit het voorgaande volgt dat het principaal beroep slaagt, in zoverre dat de vorderingen van SBGOK tegen Trigonon en Cyberluck moeten worden toegewezen. De vordering tegen [de bestuurder] wordt afgewezen. Het incidenteel beroep faalt. Om praktische redenen zal het bestreden vonnis geheel worden vernietigd en zal het Hof opnieuw recht doen.
2.32.
Trigonon en Cyberluck zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld de proceskosten van SBGOK te betalen, zowel in de procedure bij het Gerecht als in de procedure in hoger beroep (zowel in het principaal als in het incidenteel beroep).
De kosten van de procedure bij het Gerecht van SBGOK in de procedure tegen Trigonon en Cyberluck bedragen:
-aan exploitkosten Trigonon NAf 229,05
-aan exploitkosten Cyberluck NAf 259,05
- aan griffierecht NAf 3.660
-aan salaris van de gemachtigde NAf 8.000
(4 punten x tarief 7 (NAf 2.000 per punt)
-------------------+
totaal NAf 12.148,10
De kosten van de procedure in hoger beroep van SBGOK in de procedure tegen Trigonon en Cyberluck bedragen:
-aan exploitkosten Trigonon NAf 296,45
-aan exploitkosten Cyberluck NAf 496,45
-aan griffierecht NAf 4.000
-aan salaris van de gemachtigde NAf 19.500
(3 punten x appeltarief 7 (NAf 3.500 per punt)
----------------------------- +
totaal NAf 24.292,90.
2.33.
SBGOK is ten opzichte van [de bestuurder] in het ongelijk gesteld. Nu de schriftelijke processtukken bij het Gerecht zijn opgesteld namens vier gedaagden en in hoger beroep namens drie geïntimeerden zal voor het salaris van de gemachtigde van [de bestuurder] voor de procedure bij het Gerecht 1 punt worden gerekend (dus NAf 2.000) en voor de procedure in hoger beroep ook 1 punt (dus NAf 3.500).
3. Beslissing
Het Hof:
vernietigt het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende:
3.1
veroordeelt Trigonon tot betaling aan SBGOK het bedrag van 620.000 Turkse Lira dan wel de tegenwaarde van dat bedrag in NAf, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 15 november 2018 tot de dag der algehele voldoening;
3.2
veroordeelt Cyberluck tot betaling aan SBGOK het bedrag van 620.000 Turkse Lira dan wel de tegenwaarde van dat bedrag in NAf, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 15 november 2018 tot de dag der algehele voldoening;
3.3
veroordeelt Trigonon en Cyberluck in de kosten van de procedure aan de zijde van SBGOK gevallen en tot op heden begroot voor de procedure bij het Gerecht op NAf 8.000,- aan gemachtigdensalaris en NAf 4.148,10 aan verschotten en voor het principale en incidentele hoger beroep op NAf 19.500,- aan gemachtigdensalaris en NAf 4.792,90 aan verschotten;
3.4
veroordeelt SBGOK in de kosten van de procedure aan de zijde van [de bestuurder] gevallen en tot op heden begroot voor de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep op NAf 5.500,- aan gemachtigdensalaris;
3.5
verklaart deze veroordelingen, behalve de veroordeling van Cyberluck onder 3.2, uitvoerbaar bij voorraad;
3.6
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mrs. S. Verheijen, C.G. ter Veer en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 14 maart 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.