Prg. 2021/173
Of werkgever het verlof mocht weigeren is van belang bij de beoordeling van de ernst van de afwezigheid van werknemer.
HR 16-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:596
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 april 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P, Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/05890
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:596, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1080, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑12‑2019
- Wetingang
Art. 7:638, 7:678 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Zieke werknemer krijgt geen verlof, reist af naar Marokko, verstrekt onjuiste (medische) documenten en wordt op staande voet ontslagen wegens ongeoorloofde afwezigheid. Dient rechter na te gaan of werkgever het verlof had mogen weigeren?
Ja. Of werkgever het verlof mocht weigeren is van belang voor de beoordeling van de ernst van de afwezigheid.
Samenvatting
Zieke werknemer vraagt verlof van 6 tot en met 30 augustus 2018. Dit wordt geweigerd en werknemer krijgt verlof van 6 tot 20 augustus 2018. Op 20 augustus 2018 verschijnt hij niet op het spreekuur bij de arbo-arts. Werknemer stelt nog in Marokko ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.