RFR 2011/43
Wet Bopz. Is rechterlijke toetsing mogelijk ten aanzien van inzetten telefoon en televisie als straf en beloning in separeerruimte?
HR 11-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO7126
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 februari 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/04325
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BO7126
- JCDI
JCDI:ADS655485:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BO7126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BO7126, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2010
- Wetingang
Wet Bopz art. 40 lid 4, 41
Essentie
Wet Bopz.
Is rechterlijke toetsing mogelijk ten aanzien van inzetten telefoon en televisie als straf en beloning in separeerruimte?
Samenvatting
Betrokkene verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van een rechterlijke machtiging tot voortgezet verblijf. Op 12 februari 2010 is zij gesepareerd en op 15 februari 2010 is aan haar een ‘stappenplan’ overhandigd, waarin gedragsregels zijn opgenomen waaraan zij zich zou moeten houden gedurende de separatie. Daartegenover staan bepaalde faciliteiten die in deze vijf dagen geleidelijk worden uitgebreid, waaronder het televisie kijken op bepaalde uren en de mogelijkheid om tijdens een ‘contactmoment’ te telefoneren. Betrokkene klaagt onder meer over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.