RvdW 2013/194
Echtscheidingsconvenant inzake afrekening op voet niet nagekomen Amsterdams verrekenbeding met finaal verrekenbeding; vernietigbaarheid convenant wegens dwaling omtrent waarde goed(eren)?; (overeenkomstige) toepassing art. 3:196 en 3:199 BW op convenant tot stand gekomen vóór 1 september 1992?; overgangsrecht. Dwaling m.b.t. waarde van tot de fictieve algehele gemeenschap behorende goederen?; maatstaf. Ingangsdatum wettelijke rente; opeisbaarheid vordering uit verrekenbeding; intreden verzuim zonder ingebrekestelling.
HR 25-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BV6689
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 januari 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, J.C. van Oven, M.A. Loth, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
10/05467
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BV6689
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BV6689, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑01‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BV6689, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2010
- Wetingang
BW art. 1:141, art. 3:195, art. 3:196, art. 3:199
Essentie
Echtscheidingsconvenant inzake afrekening op voet niet nagekomen Amsterdams verrekenbeding met finaal verrekenbeding; vernietigbaarheid convenant wegens dwaling omtrent waarde goed(eren)?; (overeenkomstige) toepassing art. 3:196 en 3:199 BW op convenant tot stand gekomen vóór 1 september 1992?; overgangsrecht. Dwaling m.b.t. waarde van tot de fictieve algehele gemeenschap behorende goederen?; maatstaf. Ingangsdatum wettelijke rente; opeisbaarheid vordering uit verrekenbeding; intreden verzuim zonder ingebrekestelling.
Art. 3:196 en 3:199 BW - die ingevolge art. 1:135 lid 2 BW van overeenkomstige toepassing zijn op een verrekening krachtens een bij huwelijkse voorwaarden gemaakt verrekenbeding en die een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.