NJB 2019/2425:Het ‘wederrechtelijk’ in een besloten lokaal of erf ‘vertoeven’, art. 138 lid 1 Sr: het door iemand niet voldoen aan een eerste tot hem gerichte vordering van of vanwege de rechthebbende van een woning, besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, die ertoe strekt dat die betrokkene zich verwijdert, levert in beginsel – tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel nopen – wederrechtelijk vertoeven in de zin van voormelde bepaling op. Overtreding van deze bepaling doet zich voor indien de betrokkene zich vervolgens niet op de tweede vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert. In casu is sprake van overtreding van art. 138 lid 1 Sr door verdachte als hotelgast in een hotel, waaraan niet afdoet dat de verdachte op grond van een civielrechtelijke overeenkomst in het hotel verbleef en voor zijn kamer had betaald