Belastingadvies 2018/22.3
Afgekocht en niet-afgekocht pensioen zo veel mogelijk gelijk behandelen
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1180
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Zaaknummer
17/04947
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929845:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1180, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:519, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑10‑2017
- Wetingang
Art. 1:94 BW
Essentie
Echtgenoten moeten uitsluitend het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding verevenen. De voorhuwelijkse aanspraak van de man blijft hier buiten. De Hoge Raad oordeelt dat de afkoopsom die de man in verband met dit pensioen tijdens het huwelijk ontving, tot zijn privévermogen behoort.
Samenvatting
Een man en een vrouw zijn tweemaal met elkaar getrouwd geweest. Het eerste huwelijk duurde van 1978 tot 2005. Het tweede huwelijk duurde van 2010 tot 2015. In beide huwelijken bestond een algehele gemeenschap van goederen. In de periode tussen beide huwelijken heeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.