NJB 2011, 820
HR, 22-03-2011, nr. 10/03194
HR 22-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1379
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Savornin Lohman, De Hullu, Sterk en Loth
- Zaaknummer
10/03194
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BP1379
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1379, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1379, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Ook als geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden, kan er, als in dit geval, sprake zijn van het dwingen van het dulden van ontuchtige handelingen
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden en tot voorwaardelijke terbeschikkingstelling wegens (1) eendaadse samenloop van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en schennis van de eerbaarheid op een niet openbare plaats, terwijl een ander daar zijns ondanks tegenwoordig is en (2) opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Het middel bevat de klacht dat het hof ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.