NJB 2018/151
Bewijswaardering. Een procespartij wordt opgedragen te bewijzen dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Bij de bewijswaardering overweegt het hof dat aan een bepaalde onderhandse akte geen dwingende bewijskracht toekomt met betrekking tot de vraag of een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat deze akte derhalve niet kan bijdragen aan het bewijs van het probandum. Hoge Raad: 1. Onderhandse akte. Dwingend bewijs. Het hof heeft niet de dwingende bewijskracht van de akte miskend, maar geoordeeld dat (uitleg van) hetgeen partijen in de akte hebben verklaard onvoldoende is om daaraan met dwingende bewijskracht de conclusie te verbinden dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Het hof is daarbij terecht ervan uitgegaan dat het voor de dwingende bewijskracht van de akte aankwam op (uitleg van) alleen die akte zelf. 2. Vrije bewijswaardering. Indien het hof de akte geheel van het bewijs heeft uitgesloten, is het uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3263
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05372
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3263, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1176, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2016
- Wetingang
(art. 152, 156 lid 3, art. 157 lid 2 Rv)
Essentie
Bewijswaardering. Een procespartij wordt opgedragen te bewijzen dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Bij de bewijswaardering overweegt het hof dat aan een bepaalde onderhandse akte geen dwingende bewijskracht toekomt met betrekking tot de vraag of een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat deze akte derhalve niet kan bijdragen aan het bewijs van het probandum. Hoge Raad: 1. Onderhandse akte. Dwingend bewijs. Het hof heeft niet de dwingende bewijskracht van de akte miskend, maar geoordeeld dat (uitleg van) hetgeen partijen in de akte hebben verklaard onvoldoende is om daaraan met dwingende bewijskracht de conclusie te verbinden dat een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.