JWB 2007/401
Procesrecht, vennootschapsrecht, besluit, rechtsgevolg, relatieve competentie
HR 30-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA9611
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2007
- Zaaknummer
C06/168HR
- LJN
BA9611
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA9611, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA9611, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2006
- Wetingang
Essentie
Procesrecht, vennootschapsrecht, besluit, rechtsgevolg, relatieve competentie
Samenvatting
Casus
Twee van de verweerders in cassatie ontwikkelen en produceren hoortoestellen. De techniek van de hoortoestellen is geoctrooieerd. De octrooien staan op naam van een der verweerders in cassatie. De directeur van deze verweerster in cassatie heeft namens de vennootschap een licentieovereenkomst met de eisers tot cassatie gesloten. Hierbij heeft hij verklaard bevoegd te zijn om de vennootschap rechtsgeldig te vertegenwoordigen. Voor het sluiten van het contract blijkt voorlopige surséance van betaling aan de vennootschap te zijn verleend, waarbij een bewindvoerder is benoemd. De bewindvoerder, tevens een der verweerders in cassatie, heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.