NJB 2022/100
Huur. Toerekenbare tekortkoming. Schade. Nadat een huurder is veroordeeld tot ontruiming, laat de verhuurder de sloten vervangen. De huurder vordert schadevergoeding wegens gemist huurgenot. Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat de huurder de gestelde schade onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, is niet onbegrijpelijk.
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1978
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/01836
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1978, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:683, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2021
- Wetingang
(art. 6:74 lid 1 BW)
Essentie
Huur. Toerekenbare tekortkoming. Schade. Nadat een huurder is veroordeeld tot ontruiming, laat de verhuurder de sloten vervangen. De huurder vordert schadevergoeding wegens gemist huurgenot. Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat de huurder de gestelde schade onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, is niet onbegrijpelijk.
Uitspraak
H, adv. mr. A.H. Vermeulen, vs. V c.s., adv. mr. J.W. de Jong.
Feiten en procesverloop
H heeft van V c.s. bedrijfsruimte gehuurd, waarin zij een galerie hield. Bij kortgedingvonnis van 16 november 2011 is H wegens betalingsachterstand veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen zeven dagen na de betekening van dat vonnis. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.