Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.80 (algemene regels)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-06-2023, Stb. 2023, 215 (uitgifte: 22-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
07-12-2020, Stb. 2020, 532 (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij het verrichten van de activiteiten, bedoeld in artikel 3.78, en lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam die daarbij worden verricht, wordt voldaan aan de regels over het shredderen van autowrakken, bedoeld in paragraaf 4.31.
2.
Ook wordt voldaan aan de regels over:
- a.
het eindonderzoek bodem, bedoeld in paragraaf 5.2.1, voor zover het gaat om het exploiteren van een ippc-installatie;
- b.
PRTR, bedoeld in paragraaf 5.3.1, voor zover het gaat om:
- 1°
het nuttig toepassen of verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen als per dag 10 ton of meer gevaarlijke afvalstoffen worden ontvangen; en
- 2°
het verwijderen van niet-gevaarlijke afvalstoffen bij een capaciteit van 50 ton of meer per dag;
- c.
verduurzaming van het energiegebruik, bedoeld in paragraaf 5.4.1;
- d.
zeer zorgwekkende stoffen, bedoeld in paragraaf 5.4.3; en
- e.
emissies in de lucht, bedoeld in paragraaf 5.4.4.