RFR 2014/17
Huwelijksvermogensrecht. Verdeling gemeenschap van goederen. Wanneer kan van een gelijke verdeling op grond van art. 1:100 BW worden afgeweken?
HR 22-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1393
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/04506
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS915890:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1393, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:786, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2013
- Wetingang
Art. 1:100 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Verdeling gemeenschap van goederen.
Wanneer kan van een gelijke verdeling op grond van art. 1:100 BW worden afgeweken?
Samenvatting
Partijen waren tot 17 januari 2003 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Het hof is uitgegaan van 1 december 2000 als peildatum voor de vaststelling van de omvang en de waardering van de gemeenschap. Met betrekking tot de toedeling van de op die datum bestaande schulden van de door de man gedreven eenmanszaak achtte het hof het redelijk en billijk dat, indien alle activa behorende tot de eenmanszaak aan de man worden toegedeeld, hij gehouden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.